whatsapp
 

 

ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven




Zen.nl, Zen, meditatie, leren mediteren, droom, verwacht geen applaus, zenmeester, Arthur Nieuwendijk, experiment, oefen
Afbeelding: Dall-E



Experiment: Zie alles als een droom



Aleid Fokkema Zen.nl Rotterdam / 10 december 2024

Na een hectische dag probeert Aleid tijdens haar meditatie een oefening uit het boek Verwacht geen applaus van Arthur Nieuwendijk: ‘Zie alles als een droom.’ Hoe helpt deze benadering haar om tegenslagen in perspectief te plaatsen? Lees haar verhaal hier.

Het was een bijzonder drukke dag geweest, volgestouwd met vergaderingen. Vermoeid en prikkelbaar wilde ik, voordat ik naar huis zou fietsen, nog snel wat bladmuziek kopiëren. De printer was onlangs vervangen, en toen ik mijn toegangspas uit mijn portemonnee haalde, bleek deze niet meer te werken. Een vel met nieuwe instructies lag erbij. Ik legde mijn spullen neer en begon te lezen. Om de printer te gebruiken, moest ik een nieuwe pas activeren, waarvoor ik moest inloggen en een code aanvragen—maar dat zou pas over twee dagen kunnen. Geen kopieën dus.

Waar is mijn portemonnee?

Thuis zette ik mijn werktas neer en ging ik een hapje eten met mijn zoon. Bij het afrekenen merkte ik dat ik mijn portemonnee nergens kon vinden. Vreemd, dacht ik, misschien ligt hij in mijn werktas? Mijn zoon schoot me even voor. Thuis haalde ik mijn werktas meerdere keren ondersteboven, maar de portemonnee bleef spoorloos. Zou ik hem bij de printer hebben laten liggen? Wat nu? Het was inmiddels half tien ’s avonds, en het gebouw was al gesloten. Moest ik dan mijn bankpassen laten blokkeren? Het zorgvuldig bewaarde telefoonnummer voor pasvermissing bleek niet meer geldig te zijn, en ik had geen app om de blokkering zelf te regelen. Online adviseerde de bank me om de chatfunctie te gebruiken, maar die kon bankpassen niet blokkeren. Daar had je mensen voor nodig, en die waren niet meer beschikbaar na negen uur.

Een andere aanpak proberen

Wat nu? Ik ken mezelf; ik zou nauwelijks slapen van de onrust, zelfs na een meditatie, tenzij…

Ik besloot een experiment te doen. Ik had namelijk net een les voorbereid uit het boek Verwacht geen applaus, met het thema ‘Zie alles als een droom.’ Ik was van plan om mijn cursisten deze meditatie-oefening mee te geven: ‘Oefen in een meditatie met de gedachte: alles is een droom. Dat je hier naartoe bent gefietst. De dag die daaraan voorafging. Dat je hier nu zit.’ Als ik er eerst zelf mee zou oefenen, dan kon ik hem misschien met nog meer overtuiging overbrengen.

Het is een droom

Ik ging zitten en begon te mediteren. Met elke uitademing liet ik de dag los, terwijl ik in stilte herhaalde: Het is een droom. De chronologie liet ik varen en ik herhaalde telkens: Dat ik hier zit is een droom. Dat ik thuis kwam en mijn portemonnee zocht, dat ik in gedachten alle scenario’s en mogelijkheden afliep: een droom. Het diner met mijn zoon en de excentrieke ober die met veel flair een matige wijn aanprees: een droom. Het gesprek met mijn zoon over het leven en de liefde: een droom. De lift uitstappen, mijn fiets van het slot halen en naar huis fietsen: een droom. Het worstelen met de printer, mijn portemonnee ergens neerleggen om de instructies goed te lezen: een droom.

Werkt het?

Het werkte uitstekend. Door deze oefening raakte ik niet verstrikt in vragen als: ‘Wat is er nu precies gebeurd? Waar is mijn portemonnee? Hoe kon het dat ik, na zoveel zentraining, toch even niet oplettend was?’ Net als in een droom was er geen duidelijk begin of einde, geen oorzaak of gevolg. De gebeurtenissen vloeiden in elkaar over—er gebeurde iets en er was iets gebeurd, dat was alles. Zelfs mijn behoefte aan zekerheid kon ik als een droom zien. Ik voelde me licht en volledig aanwezig in het moment.

Relativeren en loslaten

De oefening ‘Zie alles als een droom’ hielp me om de onrust en het ongemak beter te hanteren. Het maakte wat ik ervaarde niet minder echt, maar het idee van “echtheid” werd wel aanzienlijk gerelativeerd. Ik wist dat ik nú niets meer kon doen. De volgende ochtend zou ik naar mijn werk fietsen en misschien zou de portemonnee daar nog liggen. Zo niet, dan zou ik stappen moeten ondernemen en instanties moeten bellen. Maar dat was voor morgen.

Die nacht sliep ik als een roos en werd ik verfrist wakker. Ik liep het kantoor binnen, en ja hoor—daar lag hij. Een mooi verhaal rijker, kon ik de dag beginnen.