ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven
Zenvol Straatpastoraat deel 2
Arno Groote /
Zen.nl Groningen
Naast het geven van cursussen zenmeditatie en coachen bij Zen.nl Groningen en mijn werk in de psychiatrie en verslavingszorg heb ik er nu nog een deeltijdbaan bij als straatpastor in Leeuwarden. Na mijn studie in de theologie heb ik ongeveer zeven jaar uitgekeken naar een baan in dit werk op straat. Nu is het dan zo ver. Hieronder het tweede deel over het straatpastoraat vanuit zenperspectief.
Straatleven is een hard leven. Voor de meesten van ons staat dit leven heel ver af van ons af. We hebben vaak geen idee wat er speelt. Ik sprak een tijd terug met iemand die op straat leeft en het als volgt karakteriseerde: ‘als het op straat fout gaat, dan gaat het heel snel héél erg fout.’ De mens op straat is kwetsbaarder doordat hij of zij bloot wordt gesteld aan allerlei dreigingen.
Het weer bijvoorbeeld. Stel je voor hoe het is als het regent in de winter, je bent net op straat terecht gekomen omdat je je huis uit bent gezet. Je weet niet wat je moet doen en waar je heen moet. Daar sta je dan met wat tasjes, en, als het nog minder meezit, met je kinderen. In de gure wind.
Kwade intenties van anderen zijn ook reële gevaren. Er zijn genoeg mensen die misbruik willen maken van je kwetsbare situatie. Geweld en afpersing zijn daar voorbeelden van. Je kunt in elkaar worden geslagen voor die paar centen in je zak. Of je wordt ingespoten met heroïne en misbruikt. Je kunt ongewild de prostitutie in worden gewerkt door iemand die jou wilde steunen, maar een hele andere agenda bleek te hebben. Het zijn voorbeelden die recht uit de praktijk komen.
Je eigen demonen kunnen je achtervolgen. Trauma, psychiatrische problemen, schulden, stress, verslaving, verdriet. Zaken waarmee je niet zomaar bij iedereen terecht kunt. Mensen in de overlevingsstand beschermen zichzelf, ze moeten wel. En daardoor is het vaak moeilijk om mensen in vertrouwen te nemen. Te vaak werd het vertrouwen beschaamd. En wat vaak ook niet helpt zijn de teleurstellingen die men heeft opgedaan binnen de zorg. Velen probeerden eerder hulp te zoeken, maar boekten niet de resultaten die zij hadden gehoopt. De zorg sloot niet goed aan. De problematiek was te divers. Of een combinatie van de twee.
Toen de Boeddha les begon te geven was zijn eerste les: ‘het leven is lijden.’ De waarheid van deze uitspraak is voor mensen op straat heel voelbaar. Velen van ons zullen wellicht snel door willen naar die andere waarheden die de Boeddha verkondigde: ‘er is een oorzaak voor lijden’, ‘er is een weg uit dit lijden’ en ‘de weg uit het lijden is het achtvoudige pad.’ Maar er kan een probleem schuilen in deze haast. Namelijk dat we de realiteit van dat moment, van die menselijke ervaring, te weinig erkennen. Voor we het goed en wel doorhebben gaan we eraan voorbij en denken we in oplossingen en doelstellingen. Soms is er acute nood en vraagt de situatie om direct handelen. Maar soms is er juist behoefte aan stilte en ruimte. Ruimte voor het verhaal van de ander. En dat vraagt een zekere mate van intuïtie en inzicht.
Inzicht in het menselijke verhaal verklaart veel van onze keuzes. En aan de basis van onze keuzes ligt altijd de hang naar geluk. Hoe onhandig of efficiënt we ook zijn. De wens gelukkig te zijn is de grote drijfveer voor ons allen. En de enige manier om gelukkig te worden is het cultiveren van aandacht. Aandacht voor jezelf en aandacht voor de ander.
In het herkennen en erkennen van die eerste edele waarheid schuilt een grote kracht. Te snel aan het lijden voorbijgaan resulteert in vluchtgedrag, ontkenning en miskenning. Met miskenning bedoel ik het onvermogen om de situatie aan te kunnen. Het onvermogen om een autonoom mens te zijn. Als we te snel naar een oplossing voor iemands pijn willen, dan kan het zo maar zijn dat we aan die pijn voorbijgaan. Voelt iemand zich dan gezien? Leren we die ander, in die specifieke situatie dan kennen? Is er dan sprake van opbouw van relatie? Of van wederkerigheid? Ik denk het niet. Alleen vanuit de relatie kunnen we er werkelijk voor iemand zijn. Het is de relatie tussen mensen die ervoor zorgt dat mensen leren en groeien. De relatie is de basis voor goede zorg, menselijke zorg. Carl Rogers, een van de pioniers binnen de psychologie, die aan de wieg stond van de humanistische psychologie, zei hier het volgende over:
“Wat kan er gezegd worden over de ‘bepaalde relatie’ die ik graag tot stand zou willen brengen met een ander die in de problemen verkeert? Ik heb ontdekt dat er van een relatie meer hulp uitgaat naarmate ik meer ‘echt’, meer ‘waarachtig’, kortom meer mezelf kan zijn.
Dit betekent in de eerste plaats dat ik me in de relatie bewust moet zijn van mijn eigen gevoelens, voor zover dat mogelijk is, in plaats van een façade te tonen die heel anders is dan ik me op een dieper of onbewuster niveau in werkelijkheid voel. Echtheid houdt tevens de bereidheid in om me in woord en daad te gedragen naar de verschillende gevoelens en houdingen die in mij leven, en deze ook te verwoorden.
Alleen op deze manier kan een relatie waarachtigheid hebben, en waarachtigheid is als eerste voorwaarde voor een dergelijke relatie van cruciaal belang. Alleen door mijzelf aan te bieden zoals ik werkelijk ben, kan die ander met succes zoeken naar de werkelijkheid in zichzelf.”
Rogers geeft aan dat mensen leren vanuit dit soort relaties, een relatie vanuit echtheid. Een relatie die je wellicht zelfs zou kunnen omschrijven als een professionele vriendschap. Het zorgt voor de menselijke maat in de relatie. De ander, die met een of meerdere problemen zit, ziet in mij ook die kwetsbaarheid, die menselijke maat. Dat schept een band. Het geeft vertrouwen dat hij of zij niet alleen staat in die ervaring. Wij allemaal worstelen met dingen in ons leven. We hebben het allemaal wel eens moeilijk, weten ons geen raad en voelen ons eenzaam of verdrietig. Voor ons kan het soms best een stap zijn om onszelf op die manier, binnen de professionele kaders, te laten zien. Om de ander inzicht te geven in de eigen beleving. Of in processen die je ooit als kwetsbaar heb ervaren. Heel lang is professionele distantie de norm geweest. En nog steeds zie ik dat wel gebeuren. Toch kan die menselijke maat juist een waardevol gereedschap zijn in een wederkerige relatie. Maar de randvoorwaarden van je vak als zorgprofessional spelen ook een rol. Ik merk een verschil tussen mijn twee banen in de zorg. In mijn werk als begeleider wordt mijn tijd veel meer ingekaderd en merk ik de druk van ‘de waan van de dag.’ Mijn rol als straatpastor geeft meer ruimte om de tijd te nemen mensen met volle aandacht te ontmoeten.
Professionals die zichzelf als instrument inzetten bereiken eerder een wederkerige relatie met mensen. Door zelfinzicht zijn wij in staat empathisch te zijn. We voelen beter aan wat er bij de ander speelt. Dit zelfinzicht ontstaat vanzelf als we goed leren voelen: wat speelt er in mij? Welke reactie voel ik in mijn lichaam, in contact met de ander? Welke emoties en gedachten komen er op? Met aandacht om leren gaan met deze impulsen is van onschatbare waarde in het contact met de ander. Het helpt voorkomen dat we reactief reageren, onze projecties de vrije hand geven en onze gekleurde bril als de waarheid nemen. We gebruiken al onze zintuigen. Met aandacht. Niettemin is dit onderdeel in de studie van veel professionals nauwelijks aan de orde. En als het al aan de orde is, dan toch vaak theoretisch. Het beoefenen van deze vaardigheid heeft tijd nodig. En veel toewijding, zoals zenbeoefenaars weten. De Zen.nl cursussen ‘
Leer voelen wat je wilt voelen’ en ‘Zen coaching’ leggen daar terecht heel veel nadruk op.
De tijd hebben voor mensen is misschien wel de meest fundamentele vorm van zorg. Het is een vorm van aandacht die de ander erkent, in wat die ander ook maar met zich meebrengt. Zonder tijd, zonder aandacht, zonder ruimte maken voor de ander zijn alle andere vormen van zorg slechts mechanische handelingen. Als we de tijd hebben voor iemand dan is er ruimte voor het verhaal van de ander, diens geschiedenis. Een gevoel van waardering en erkenning kan dan plaats krijgen. Vanuit het ons gewaardeerd weten ontstaat er draagkracht. En draagkracht is een belangrijk aspect in ons vermogen om te kunnen omgaan met stress, de uitdagingen in ons leven. Vanuit de relatie met mensen kan er op een menswaardige manier gewerkt worden aan herstel, aan gezondheid, aan verbondenheid en dus eenheid. Binnen zen trainen we deze open aandacht, belangeloze aandacht. En in het straatpastoraat vindt deze aandacht richting in het er zijn voor de ander.
Ons individualisme, onze afstandelijkheid, anonimiteit en zelfs wantrouwen jegens de burger wordt ook vertolkt in professionele distantie. Ik las laatst een artikel waarin een jonge arts op St. Eustatius beschrijft hoe zij daar leerde om professioneel juist heel nabij te zijn. Om het vertrouwen te winnen van de mensen. Iets wat de eilandbewoners begrijpelijkerwijs moeilijk vonden gezien de pijnlijke geschiedenis met Nederland. Ze beschrijft dat ze, toen zij weer in Nederland was, die warmte en verbondenheid, het zorgen voor elkaar, heel erg miste. Op het eiland kende iedereen elkaar. En als er iets aan de hand was, stond binnen no time de hele familie op de stoep.
Mijn leraar, Jan de Ruiter, herhaalde in het begin van mijn
opleiding tot zenleraar regelmatig het belang van een relatie aangaan met de studenten in mijn zengroepen. Binnen welke context we ook aanwezig zijn, of het nu (straat-)werk is, als leraar of student binnen de Zen.nl sangha (gemeenschap), of thuis; de tijd nemen om een relatie op te bouwen is heel waardevol. Als zelfinzicht de ene kant van de zen medaille is, dan is de relatie met de ander toch zeker de andere kant van die medaille. Zen is dan ook niet slechts een individuele discipline, maar zeker ook gericht op de ander, wat ook goed naar voren komt in de
missie van Zen.nl: zoveel mogelijk mensen faciliteren in duurzaam geluk.
Lees hier
deel 1 van Zenvol straatpastoraat.