ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven
Dag over zen en absurdisme
Citaten bij lezing Michel Dijkstra voor Zen en Absurditeit,
Inleiding: leerling Tandeloos en meester Kazuifel (Tao, Zhuangzi 22:3) Tandeloos ging naar meester Kazuifel om hem over de Tao te ondervragen. Deze sprak: ‘Breng je lichaam in orde, Maak je visie één, En de hemelse harmonie zal komen, Concentreer je gedachten, Richt je aandacht op het Ene, En de goden zullen in je komen wonen, De deugd zal je schoonheid geven; De Tao zal in jou verblijf vinden; Zo, wezenloos voor je uitstarend, word je als een pasgeboren kalf, En zoek je niet langer naar de reden waarom!’ Hij was nog niet uitgesproken of Tandeloos was al in een diepe slaap gevallen. Zeer verheugd liep Kazuifel weg en zong: ‘Als uitgedroogd hout, zijn lichaam! Als uitgedoofde as, zijn hart! Waarachtig is zijn geconcentreerde bewustzijn, Het waarom der dingen houdt hem niet langer bezig. Donker! Duister! Zijn geest is weg. Je kunt niet meer met hem praten. Ja! Wat een mens is dat!’ (vert. Kristofer Schipper) Huike hakt zijn arm af (Zen, Transmissie van de Lamp) Bodhidharma zat tegenover de muur. De tweede patriarch stond in de sneeuw, hakte zijn arm af en sprak: ‘De geest van uw leerling is nog onrustig. Ik smeek u, meester, geef hem vrede.’ Bodhidharma antwoordde: ‘Breng je geest hier, dan zal ik hem tot rust brengen.’ De tweede patriarch zei: ‘Ik heb naar de geest gezocht, maar ik kan hem helemaal niet vinden.’ Bodhidharma antwoordde: ‘Ik heb je geest al volledig tot rust gebracht.’ Taoïstische variant op de Huike-tekst uit Wunengzi, Meester Nietskunner, 9de eeuw n.Chr. Wunengzi’s boezemvriend Yuzhongzi ‘leed mentaal’ en verzocht Wunengzi om een remedie. Wunengzi vroeg: ‘Wat voor ziekte heb je?’ ‘Ik heb pijn,’ antwoordde Yuzhongzi. ‘Waar bevindt zich de pijn?’ vroeg Wunengzi. Yuzhongzi zei: ‘In mijn hart/geest.’ Wunengzi vroeg: ‘En waar situeert zich het hart/de geest?’ Waarop Yuzhongzi meldde dat zijn aandoening al genezen was. Wunengzi zei: ‘Van deze mens mag men zeggen dat hij zijn natuurlijke waarachtigheid heeft bereikt. Niets zal zijn spirituele aura nog verduisteren!’ (vert. Jan De Meyer) Zhuang Zi’s absurde woorden (Zhuangzi 1:7) Hui Zi zei tot Zhuang Zi: ‘Ik heb een grote boom. De mensen noemen hem Shu. Zijn stam is zo knoestig en vergroeid dat je er geen meetlijn langs kunt houden, en de kleinere takken zijn zo verwrongen dat je er geen passer of winkelhaak op kunt plaatsen. Hij staat langs de weg, maar geen timmerman die ernaar omkijkt. Nu, uw woorden zijn net zo groot en nutte¬loos. Unaniem keert men ze de rug toe.’ Zhuang Zi zei: ‘(...) Nu heb jij een grote boom en maak je je zorgen over zijn nutte¬loosheid. Waarom plant je hem niet op het terrein van niet-bestaan, op de vlakte van wijde uitgestrektheid? Dan kun je ernaast doelloos niet-doen en er onbelemmerd onder slapen. Geen bijl zal zijn leven bekorten, niets zal hem schade berok¬kenen. Nutteloos, ja, maar waarom zich daarmee kwellen?’ (vert. René Ransdorp) Een bochelaar vangt cicaden… (Zhuangzi 19:3) Toen Confucius onderweg naar Chu door een bos kwam, zag hij een bochelaar meteen lijmstok cicaden vangen was alsof hij ze uit de lucht aan ‘t plukken was.Confucius zei: ‘Wat bedreven van u! Houdt u er soms een methode op na?’ De bochelaar antwoordde: ‘Ik hou er inderdaad een methode op na. Gedurende vijf à zes maanden probeer ik twee balletjes boven op elkaar op de stok te houden. Als ze er niet af vallen, dan zal ook het aantal gemiste cicaden heel gering zijn. Als drie balletjes boven op elkaar er niet afvallen, dan wordt één op de tien cicaden gemist. Vallen vijf balletjes boven op elkaar er niet af, dan vang ik cicaden alsof ik ze pluk. Ik hou m’n lichaam stijf als een boomstronk en strek m’n arm uit als de tak van een dorre boom. Hoe groot hemel en aarde ook mogen zijn, hoe talrijk ook detienduizend dingen, op dat moment ben ik me alleen van cicadenvleugeltjes bewust. Ik hel naar achteren noch opzij, en laat de tienduizend dingen niet de plaats innemen van de vleugeltjes van de cicaden. Hoe zou het me dan niet lukken?!’ Confucius wendde zich tot zijn leerlingen, en zei: ‘Onverdeelde toewijding, oftewel concentratie van de geest, is dát nu niet tekenend voor deze eerbiedwaardige bochelaar?!’ (vert. René Ransdorp) Dōgen: Soms, staan op de hoogste top...(SBGZ Uji) Soms, staan op de hoogste top; Soms, voortgaan op de bodem van de oceaan; Soms, de drie hoofden en acht armen; Soms, zestien of acht voet; Soms, de staf en de vliegenmepper; Soms, de zuilen en lantaarns; Soms, het derde kind van Zhang en het vierde kind van Li; Soms, de hele aarde en de lege lucht.Citaten/Bronnen bij Aleid Fokkema, Absurdisme in de Westerse filosofie en literatuur Ziopdag 13 maart
Eugène Ionesco. La Cantatrice Chauve. (De kale zangeres). 1950. Victor Frankl, De zin van het bestaan. “Jouw leven stelt zijn eigen vragen. Jij bent vrij om daar antwoorden op te vinden, en je bent ook verantwoordelijk voor de oplossingen die je kiest” (Zijn boek kwam uit in 1946, oorspronkelijke titel: Ein Psycholog erlebt das Konzentrationslager). Albert Camus. (1951) De mens in opstand (L’homme revolté). Vertaling martine Woud. De Prom (2005). [cursivering: Aleid] p. 14. Het ware karakter van het absurde is “dat het een overgang in ons leven is, een uitgangspunt, het existentiële equivalent van Descartes’ methodische twijfel. Het absurde is in zichzelf een tegenstrijdigheid. Het is inhoudelijk tegenstrijdig, omdat het waardeoordelen uitsluit maar het leven in stand wil houden, terwijl het leven in zichzelf een waardeoordeel is. Ademhalen is oordelen.” p.19 “wat is een mens in opstand? Een mens die nee zegt. Maar ook al weigert hij, hij geeft niet op: het is ook een mens die ja zegt, vanaf zijn eerste impuls. Een slaaf die zijn hele leven orders heeft gekregen, vindt een nieuw bevel plotseling onaanvaardbaar. Wat is de inhoud van dat ‘nee’?” p. 16 Wijs de grote ideologieën af, pas een systematische twijfel toe: maar wat rest ons dan? In het erkennen, omarmen, van het absurde kun je “richting geven aan een nieuwe zoektocht.” (…) Ik schreeuw dat ik nergens in geloof en dat alles absurd is, maar ik kan niet twijfelen aan mijn schreeuw en moet minstens in mijn eigen protest geloven. De eerste en enige zekerheid die me zo wordt gegeven, binnen de ervaring van het absurde, is de opstand. … De opstand komt voort uit de aanblik van het onredelijke, de confrontatie met een onrechtvaardige, onbegrijpelijke toestand.” Voor de beweegredenen voor opstand echter moet “hij bereid zijn zichzelf te onderzoeken om te leren hoe hij zich moet gedragen.” p. 28 “Intussen zien we hier de eerste vooruitgang die de opstandigheid teweegbrengt in een denken dat eerst doortrokken was van de absurditeit en schijnbare nutteloosheid van de wereld. In de absurdistische ervaring is het lijden individueel. Vanaf de opstandige impuls groeit het besef dat het gemeenschappelijk is en is het ieders avontuur. De eerste vooruitgang van een door bevreemding bevangen geest vindt dus plaats wanneer hij erkent dat hij die bevreemding met alle mensen deelt, en dat de menselijke realiteit in haar geheel te lijden heeft onder die afstand ten opzichte van zichzelf en de wereld. (…) In onze dagelijkse beproeving speelt de opstand dezelfde rol als het ‘cogito’in de orde van het denken: hij is de eerste zekerheid. Maar die zekerheid trekt het individu uit zijn eenzaamheid. Ze is een cliché dat de grondwaarde baseert op alle mensen. Ik kom in opstand, dus wij zijn.” Sameul Beckett. 1949. En attendant Godot (1949) / Waiting for Godot (1955). Uit de Eerste akte: (Pauze. Estragon kijkt vol interesse naar de boom.) Wat zullen we nu doen? Estragon Wachten. Vladimir Ja, maar terwijl we wachten. Estragon Als we ons eens ophingen? Vladimir Dan krijg je een erectie Estragon (zeer enthousiast) Een erectie! Vladimir Met alles wat eruit volgt. Daar waar het valt, groeien alruinwortels. Daarom schreeuwen ze als je ze uit- trekt. Wist je dat niet? Estragon Laten we ons dan meteen ophangen. Vladimir Aan een tak? (Ze gaan naar de boom toe, bekijken hem.) Ik heb er geen vertrouwen in. Estragon We kunnen het altijd proberen. Vladimir Probeer jij het. Estragon Na jou. Vladimir Nee, jij eerst. Estragon Waarom? Vladimir Omdat jij lichter bent. Estragon Daarom juist. Vladimir Dat begrijp ik niet. Estragon Denk dan toch eens na. Vladimir (denkt na, tenslotte) Ik begrijp het niet. Estragon Ik zal het je uitleggen.(Hij denkt na.) De tak...de tak... (Woedend) Maar probeer het toch te begrijpen! Vladimir Ik vertrouw alleen nog maar op jou. Estragon (moeilijk) Gogo licht—tak niet breken. Gogo dood. Didi zwaar—tak wel breken. Didi alleen. (Pauze.) Terwijl… Vladimir Daar had ik niet aan gedacht. Estragon (heeft het gevonden) Als-ie jou kan houden, kan-ie alles houden Vladimir Maar weeg ik wel meer dan jij? Estragon Dat zeg jij. Geen idee. 50% kans. Ongeveer. Vladimir Nou? Wat doen we dan? Estragon Laten we niets doen. Geeft meer zekerheid. Vladimir Laten we wachten en kijken wat hij zegt. Estragon Wie? Vladimir Godot. Estragon Goed ideeZenActueel Blog
Aanbevolen links:
Zen Incompany
Zen.nl winkel
ZenActueel nieuwe artikelen
Van hernia tot zenWat is angst en hoe er mee om te gaan
Ik geloof dat ook kinderen behoefte hebben aan momenten van rust en zelfreflectie
Experiment: Zie alles als een droom
Door zen heb ik ingezien dat het leven draait om de verbindingen die je maakt
Recensie Nexus van Yuval Noah Harari