ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven
Slingers zien
Door Florentine van Lookeren Campagne
Zen.nl Nederland
Column over zen, meditatie en moederschap
Laatst heb ik mijn huis opgeruimd zodat ik het kon versieren. Mijn jongste is drie geworden en het leek me aardig, als de slingers daadwerkelijk te zien zouden zijn. De knutsels aan de muur zijn weg. Het kamerbrede tapijt van duplo is bijeengeveegd en de autootjes staan in de speelgoedgarage in plaats van op de piano.
Al opruimend sloeg de realisatie toe, dat het niet beter gaat worden dan dit. Mijn huis zal nooit zo netjes zijn als dat van al die perfecte moeders. Mijn huis is nooit vreselijk netjes geweest. De kans dat het dat de komende jaren ineens wel zal zijn, is klein.
Ik zou kunnen doen, alsof dat komt omdat ik niet werk en de kinderen veel thuis zijn. Ik zou nog in de strijd kunnen gooien, dat al die perfecte moeders kinderen hebben die vanaf de geboorte ’s nachts doorsliepen. Wij hebben dat soort kinderen niet. Als ik puf over heb, doe ik liever iets leukers dan poetsen.
Maar de waarheid is simpeler: ik ben niet die moeders. Ik ben ik. En het probleem is niet dat ik andermans normen niet haal. Het probleem is, dat ik mijn eigen normen moet gaan stellen. En halen.
Beddengoed strijken? Nee. Slaapkamers opruimen? Hmm… Misschien toch wel aardig als ik in de slaapkamer ook slingers zou kunnen zien hangen. Ze hoeven er niet écht te hangen, maar het idee dat ik ze zou zien, als ik het zou doen, bevalt me wel. Misschien wordt dat mijn norm.
Helaas. Net heb ik de perfecte moeders van mij afgeschud, ontpopt
Rients zich tot opruimgoeroe. Je omgeving werkt op je in en je omgeving weerspiegelt jou. Ruim je je huis op, dan ruim je jezelf op. En voor de tuin geldt hetzelfde. Knap je je tuin op, dan knap je jezelf op.
Nee, maar dat is flauw van hem! Het huis, okee okee… maar de tuin? Daar spelen krachten die groter zijn dan ik. Kan ik het helpen, dat de slakken al mijn net geplante anemonen hebben opgegeten? De onverwoestbare saxifraga is bezweken onder de trappelende voetjes van de kinderen. De zelf gezaaide tomatenplantjes zette ik in stralende zonneschijn buiten. Die nacht ging het sneeuwen. Weg zaailingen.
Ik dacht, ik geef het op. Sorry, Rients, je hebt vast gelijk, maar ik kan het niet.
Toen ging de roos bij de voordeur bloeien. ‘Ach,’ dacht ik. ‘Die bind ik even op.’ Daarna kwam een mand met irisbollen onverwacht vroeg uit. En de kinderen plukten de eerste bosaardbeitjes en frambozen.
Er ligt tuinaarde in de keuken en waarschijnlijk ook een platgetrapte framboos. Maar ik zie ineens slingers. Ik laat ze nog even hangen.
Lees ook de vorige column van Florentine:
De zen monnik en de baby