ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven
Rengetsu (1791-1875)
In de afgelopen zenfilosofiecursus van Floor Rikken zijn acht zenmensen aan bod gekomen. De zesde in de reeks was ceramist en poëet Rengetsu (1791-1875). Ook in deze voordracht is het alsof Rengetsu zelf degene is die haar verhaal vertelt. Suggestie: laat je het verhaal ook eens door iemand voorlezen of lees het zelf voor aan iemand anders.
Deel 1
Mijn naam is Nobu. Ik ben geboren in 1791, in het voorjaar. Mijn moeder is een geisha en mijn vader een hoge grote pachter. Ik mocht niet hun kind zijn. Ik werd geadopteerd door de familie Otagaki. De stamvader, mijn adoptievader, was priester van een hoofdtempel van het pure land boeddhisme in Kyoto.
Toen ik 9 was werd ik als 'meisje om tot dienst te zijn' naar het dichtbijgelegen kasteel gestuurd. Daar kreeg ik een uitgebreide opleiding. Ik werd getraind in zeer uiteenlopende vaardigheden: natuurlijk netjes converseren, kalligrafie, het spel Go, maar ook gevechtskunst – ik ben goed met het zwaard, de speer en de sikkel en ketting, ook leerde ik dansen, naai- en borduurwerken, en ik leerde daar ook de poëzie kennen. Daar op het kasteel schreef ik mijn eerste gedicht. Waka is de vorm die ik toen leerde en altijd ben blijven gebruiken. Waka, 5 regels, 31 lettergrepen, 5-7-5-7-7.
In de tijd dat ik op het kasteel verbleef overleden mijn adoptiemoeder en mijn adoptiebroer. Ik bleef op het kasteel wonen tot ik 16 was. Een paar jaar later trouwde ik, met Mochihisa. Al snel was ik zwanger. In het najaar van 1808 werd onze eerste zoon geboren. Hij leefde slechts een jaar. Een jaar later beviel ik van onze dochter. Zij werd slechts twee. Daarna werd ik weer zwanger, weer een dochter. Ook zij stierf heel jong. Het is 1815, ik ben 24 jaar oud. Mijn man drinkt veel te veel en leeft erop los. Gelukkig kan ik van hem scheiden. En nog in hetzelfde jaar van onze scheiding gaat mijn ex ook dood.
Vier jaar later, ik ben 29, trouw ik opnieuw. Met Hisatoshi. Hij werd ook opgenomen in mijn familie als adoptiezoon. We genieten van de kersenbloesem en we kunnen lange zomers samen in de bergen verblijven. Ik krijg met hem nog twee kinderen, een meisje en een jongetje. Ik houd van hem en we hebben het goed samen. Tot, midden 1823, hij ziek wordt en overlijdt. Dertig jaar na zijn dood schrijf ik:
De vluchtigheid
Van het goede leven
Ik voel het keer op keer
Het moeilijkst is
Degene te zijn die achterblijft
Ik snijd mijn haar af en neem afscheid van de wereld. Ik ben in diepe rouw. Ik kies ervoor om in te treden als non in de tempel van mijn adoptievader. Daar krijg ik mijn nieuwe naam, Rengetsu, lotus-maan. De naam die ik vanaf nu draag.
Wat is mijn wijsheid?
Uit de reacties van de deelnemers aan het college:
Ik mocht niet hun kind zijn.
Genieten van de kersenbloesem.
Rouw onder ogen zien.
Wat is er om vast te houden?
Wat is mijn ruimte?
De vluchtigheid van het goede leven ervaren.
Het moeilijkste maar tegelijkertijd ook de troost is het om degene te zijn die achterblijft.
De tijd nemen voor rouw.
Het leven niet verliezen door verlies van leven.
Carpe diem.
De vluchtigheid van dit moment.
Ze scheidt van de man die haar niet gelukkig maakt.
De vluchtigheid van het leven is het moeilijkst voor hen die achter blijft.
Accepteren van vergangkelijkheid.
De vluchtigheid van het leven onder ogen zien.
Zoveel leed, toch de kracht vinden door te leven.
Het leven is NU.
Het moeilijkst is om achter te blijven.
Deel 2
Met mijn twee kinderen leef ik op het tempelterrein. Ik zal bij de feiten blijven. In 1825 overlijdt mijn meisje en twee jaar later mijn jongetje.
Ik schrijf:
Mijn kinderen
Ik streelde dagelijks
Hun slaperige haar in de morgen
Losliggend op mijn mouw
Witte dauw op roze bloesems
Ik leef in de tempel en ben deel van de gemeenschap daar.
In 1832, ik ben 42 jaar, sterft mijn adoptievader. Ik kan en mag niet langer in de tempel blijven wonen en moet op zoek naar een plaats om te wonen en een manier om in mijn eigen onderhoud te voorzien. Als vrouw zijn de mogelijkheden beperkt. Er zullen weinig mannen zijn die mij als hun go-lerares accepteren. Laat staan dat ze door mij in de vechtkunsten willen worden getraind.
Ik ga gedichten schrijven.
Mijn gedichten kalligrafeer ik op dunne stroken papier, op vierkante vellen, en ik kras mijn gedichten in de natte klei van de keramiek die ik ben gaan maken.
Iedere keer geniet ik ervan als mijn penseel lijnen maakt op papier, of als ik kras in de klei. Ze dansen, de letters, de lijnen. Al mijn werk schrijf ik in het grasschrift, de letters die vrouwen en laagopgeleiden gebruiken en kunnen lezen. Laat iedereen mijn werk kunnen lezen.
Floor laat een theekom van Rengetsu zien, met daarop het gedicht:
Laten we onze
Ouderdom
En toekomstige vreugde
Zien als tweeling-naalden
Van een veelbelovende den
Ik maak theekommen voor de formele matcha-thee, maar liever maak ik theekommen voor de informele sencha-thee.
Mijn woonplaatsen zoek ik in de buurt van keramiek-ovens en op plaatsen waar ik klei kan vinden.
Ik verhuis vaak. Ik heb het zelf nooit geteld maar de vrouw van de timmerman die me steeds helpt zei dat ik 34 keer verhuisd ben. Mijn goede vriend en collega Tessai noemt mij lachend de ‘verhuis-non’ of ‘verhuis-rengetsu’. Er was een jaar waarin ik volgens zeggen dertien keer ben verhuisd.
Steeds meer mensen waarderen mijn werk en willen het graag hebben, kopen. Ze komen naar mijn huis en vragen me erom. In de tijd dat ik met ze praat zou ik ook een gedicht kunnen schrijven. Heel onhandig. Als ik vaak genoeg verhuis, dan zijn er minder mensen die me kunnen vinden en heb ik meer tijd om te werken.
Ik ben non en ik schrijf poëzie. Het is een wonder dat mijn woorden mensen kunnen helpen. Laatst kwam ik een oude vriendin van de Otagaki-familie tegen. Ze heeft het niet rijk en verkoopt rijstcakejes. Ze vroeg me een gedicht om bij de cakejes te voegen. Natuurlijk doe ik dat! Als mijn gedicht kan helpen meer cakejes te verkopen is dat mijn hulp aan alle levende wezens. Neem dit cakeje!
De mensen betalen voor mijn werk wat ze kwijt kunnen. Dat is altijd genoeg voor mij. Laatst kocht er iemand een kommetje. De envelop met het geld erin maakte ik open na zijn vertrek. Veel te veel geld. Het maakte me ongemakkelijk. Als mensen weten dat er zoveel voor mijn werk betaald wordt kunnen ze het niet meer kopen of gaan ze meer uitgeven dan ze hebben. Sinds die dag vraag ik een vaste prijs voor mijn werk.
Naarmate ik bekender ben, werk ik ook graag samen met jonge, beginnende dichters, kalligraven, keramisten, kunstenaars. Ik schrijf soms gedichten op een vel waar zij een tekening bij kunnen maken. Soms zet ik zelfs alleen mijn handtekening op een verder leeg vel. Het helpt ze om hun werk ook te kunnen verkopen. Ik hoorde van iemand die mijn werk zo goed mogelijk probeert na te maken. Ik hielp door voor te doen hoe ik mijn handtekening zet.
Laatst heb ik onder een kersenboom geslapen en kon ik ‘s avonds en ’s ochtends van de bloesems genieten. Mijn plan was een heel andere, ik verliet mijn huis, mijn rijst nog op het vuur, om tofu te gaan halen. En onderweg herinnerde ik mij de kersenbloesems. Beroemd als ze zijn. Ik liep daarheen en genoot ervan. Het donker overviel me en ik vroeg in een nabij gelegen huis om een slaapplaats. Waarschijnlijk vonden ze mijn versleten nonnengewaad er te shabby uit zien. Ik kreeg geen onderdak. Ach, wat maakt het uit. Ik legde me neer onder de kersenboom en onder de nachthemel.
Ik denk ook aan mijn kinderen:
Kersenbloesem
Vallen op het hoogtepunt van schoonheid
In deze wereld
Ze leren onze harten
Vrij te zijn van (teveel) gehechtheid
Ik ben een non en schrijf gedichten:
Als je het licht
Van de dharma
Wilt verspreiden
Laat het dan eerst verlichten
Je eigen hart
Soms probeer ik te ontsnappen aan alle mensen die me om een gedicht komen vragen. Ze namen een smalle strook papier mee en vragen een gedicht. Prima, maar ik kom aan mijn eigen werk niet toe. Ik heb een plaatsvervangster ingehuurd. Ze lijkt op mij en is ook non en woont nu in mijn huis. Na een paar dagen zal de drukte wel wat afnemen. Helaas! Mijn plaatsvervangster vertelde me dat ze honderden stroken papier heeft liggen die nog beschreven moeten worden. Dat kan ik die arme vrouw toch niet aan doen. Ik heb de stroken met me meegenomen en nu schrijf ik daar gedichten op.
Wat is mijn wijsheid?
Uit de reacties van de deelnemers aan het college:
Ik streelde hun slaperige haar.
Als ik vaak genoeg verhuis kunnen minder mensen mij vinden.
Ze deelt alles.
Je werk met iedereen willen delen.
Sencha - informele thee, geen poespas.
Mijn cadeau voor de mensheid; neem dit cakeje, geniet ervan.
Ultieme dienstbaarheid in het leven van anderen.
Voorkeur hebben voor informele thee.
We drinken thee en ont-moeten.
Vrij zijn van te veel gehechtheid.
In woord, in klei, het sterven voorbij.
Waar kan ik helpen?
Gedichten schrijven en verspreiden is ook onderricht.
Zoveel mogelijk mensen faciliteren gelukkig te zijn.
Gelukkig te zijn door anderen gelukkig te maken.
Ze dansen de lijnen, de letters.
Mijn woorden kunnen mensen helpen.
Met.mijn handtekening beter lijkend verkoopt hun werk beter
Rengetsu is het onderricht
Wat heb je over voor woorden met een ziel?
ik dicht voor iedereen, door iedereen verlicht
flexibel in de plek, niet in de drive / intentie
Laat iedereen mijn werk kunnen lezen
Ik accepteer wat is, en doe wat gedaan moet worden.
Vallende kersenbloesem leert ons vrij te zijn van te veel grijpen.
Wat maakt het uit.
Het stromende leven zijn.
Geen ego werking.
Vol-ledig ten dienste voor de gewone mens.
Uit alles spreekt tederheid en eenvoud, de vluchtigheid van het moment.
Veel goedheid.
Ik (ver)oordeel niet.
Urgentie om zoveel mogelijk mensen iets te geven.
Vol zelfvertrouwen schrijf ik mijn gedichten. Iedereen mag ervan genieten. Ik wil mensen blij maken en ze ook ondersteunen daar waar kan..
Genereus zijn.
Mijn naam, mijn handtekening, mijn oren, alles gul weggeven voor de ander.
Ik begrijp niet dat ze het zelfs nog steunt dat zij nagemaakt wordt? Behoefte dat haar werk meer mensen bereikt.
Geven zonder angst zoals Mahapajapati.
Verbonden zijn en voelen, in woord, gebaar, theedrinken.
Wat maakt dat haar gedichten zo populair zijn/ blijven? (Als de vorm / het handschrift zo informeel is en weinig kost? (itt hedendaagse kunst)
Deel 3
Op nieuwjaarsdag eten we net zoveel bonen als we jaren tellen. Dit jaar schreef ik:
Ik zag de bonen
Die mijn handpalmen vulden
En eroverheen morsten
Ik vroeg mij af
Zijn ze voor iemand anders?
Ik ben nu 75. Mijn lichaam wordt te oud en stijf om nog veel rond te trekken en te verhuizen. Ik krijg onderdak aangeboden in de tempel van Wada Gozan, of Gesshin zoals ik hem noem, Maangeest. Nu ik hier eenmaal gesetteld ben voel ik alle ruimte om te schrijven, te kalligraferen en mijn keramiek te maken. Mijn omgeving is al poëzie, en ik ben zeer productief. Er verschijnen twee boeken met mijn gedichten. Aan deze heb ik mijn goedkeuring gegeven. Ik herinner me, 20 jaar geleden dat er een uitgever was die ook een boek met gedichten wilde uitbrengen. Hij had nota bene de drukblokken al klaar. Ik heb de druk verboden en aangeboden de gemaakte kosten dubbel te vergoeden. Mijn werk is op zijn eigen kracht en tempo de wereld in gegaan. En ook al heb ik nu de boeken goedgekeurd, een gedicht op een strook papier of op een theekom is deel van iemands dagelijks leven. Daar heb ik voor geschreven, mijn hele leven.
Met Gesshin, maangeest, werk ik samen. Schilderen, poëzie, kalligrafie. We hangen boven hetzelfde vel papier en laten onze penselen gaan. We vullen elkaar aan en ons hart klopt hetzelfde.
Na de overstroming waarbij veel mensen stierven en hun hebben en houden kwijtraakten zijn Gesshin en ik gaan schilderen. We maakten duizend Kannon’s, de boddhisattva van compassie. Met het geld van de verkoop konden de slachtoffers van de overstroming geholpen worden.
Met Gesshin ervaar ik weer een vertrouwd samenzijn dat ik met mijn tweede echtgenoot had.
Op de velden, in de bergen
Ben ik zo betoverd
Op weg naar huis
Volgt de herfstmaan mij
Recht in mijn slaapkamer
De maan in zijn naam, de maan in mijn naam, dat toont ook onze verbondenheid. Ook nu we beiden in de herfst van ons leven zijn. Gesshin gaat voor mij dood. De laatste jaren van mijn leven blijf ik op het tempelterrein. Onder de bescherming van Gesshin’s zoon.
Soms ontvang ik nog bezoek in mijn hut hier. Maar daar heb ik ook niet altijd zin in. Gisteren stond er een bezoeker bij de deur en ik zei tegen hem: Rengestu is er niet. Je kunt beter weer gaan. Hij schreef een gedicht voor me en liep weg door de regen. Zucht...... dat kan ik niet maken. Ik riep hem terug en zei, ik ben Rengetsu en ik schreef een antwoord op zijn gedicht.
Ik schrijf, ik schilder, ik klei tot ik mijn einde voel.
Ik ben goed voorbereid op mijn dood. Al jaren bezit ik een kistje, dat ik gebruik om mijn rijst in te bewaren. In dat kistje leg ik ook de aanwijzingen voor wat er na mijn dood met mij moet gebeuren. Alleen mijn goede vriend, Tomioka Tessai, moeten ze op de hoogte brengen. Ik bewaar in het kistje ook een witte doek met een tekening van een maan en een lotus gemaakt door Tessai waarbij ik dit gedicht schrijf:
How I hope to pass away
While gazing at a round moon
In a cloudless sky that
Shines over lotus flowers
in full bloom
Hoe ik hoop te sterven
Kijkend naar een volle maan
In een wolkenloze lucht
Schijnend over lotusbloemen
In volle bloei
In deze doek, met dit gedicht zullen ze mijn lichaam wikkelen als ik dood ben.
Ik ben voorbereid
Ik ben bereid
Wat is mijn wijsheid?
Uit de reacties van de deelnemers aan het college:
Mijn werk is op haar eigen kracht de wereld ingegaan.
Voedend leven.
Ik schrijf, ik schilder, ik klei tot ik mijn einde voel.
We vullen elkaar aan en ons hart klopt hetzelfde.
Mijn omgeving voelt als poëzie.
Haar voortzettingslichaam.
Ik ben voorbereid, ik ben bereid.
Zo triest. Zo mooi
Zij heeft de gave om zich niet tekort gedaan te voelen.
Mijn wandeling is mijn gedicht.
Het is goed
Ik ben betoverd door mijn omgeving.
Hoe zie jij de paradox tussen jezelf terug willen trekken in het alledaagse leven en juist onderdeel van
zoveel mogelijk in het dagelijks leven van mensen aanwezig willen zijn door middel van een medium
(in dit geval haar werk)?
Ik ben voorbereid op mijn sterven.
De toekomst is ongewis.
Hoe poëzie deel te maken van ons dagelijks leven.
Mijn wereld is poëzie.
Ik leef volop (doe/werk wat ik leuk vind) tot ik sterf. Ik ben (voor)bereid.
Ik vind je eigen doodsgedicht schrijven wel een goede uitsmijter.
Volop leven, ook tijdens ouderdom en zien hoe je noden kunt verminderen. Mensen actief nabij willen zijn.
De ronde maan.
Harmonie waarin zij leeft, haar leven lijkt zo bijna op poëzie.
Aanwezig zijn in het dagelijks leven van de mensen die je bereikt.
Moet je elk moment van je leven voorbereid zijn op het einde?
Info en aanmelding:
Online cursus Zenvol leven op elke leef-tijd, start do. 30 septmeber
Bronnen:
www.rengetsu.org
Zen women
Grace Schireson
Lotus moon; The poetry of rengetsu
Translated and introduced by John Stevens
Otagaki Rengetsu
Poetry and artwork from a rustic hut
John Walker, Kazuya Oyama
Black Robe, White Mist: Art of the Japanese Buddhist Nun Rengetsu
Melanie Eastburn, Lucie Folan, Robyn Maxwell