ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven
Mahapajapati
Floor Gessho Rikken,
Zen.nl Utrecht
Lees hieronder de eerste hand-out bij de
online zenfilosofiecursus van acht colleges op donderdagavond door Floor Rikken. Morgenavond, donderdag 25 maart het tweede college. Morgen is de laatste dag om je nog aan te kunnen melden voor deelname aan deze cursus.
Klik hier.
Ik ben Gotami, ook wel pajapati genaamd. Maha is het voorvoegsel bij mijn naam dat ik later zal krijgen. Het betekent groot. Ik ben geboren in Devadaha, in de familie van de Suppabuddha. Ik heb een oudere zus, Maya is haar naam. Mijn zus en ik zijn beiden met dezelfde man getrouwd, koning Suddhonana, leider van de Shakya’s.
Mijn zuster kreeg een kind, Siddharta, onder bijzondere omstandigheden. Zeven dagen na de geboorte van haar zoon is mijn zuster overleden. De voorspelling zegt dat hij een groot leider zal worden.
Ik kreeg zelf twee kinderen, een zoon Nanda en een dochter Sundari-nanda. Ik nam Siddharta op mijn schoot na de dood van zijn moeder als was het mijn eigen kind. Ik legde hem aan mijn eigen borst aan, samen met zijn halfbroer. Ik had genoeg melk voor twee.
De jongens groeiden samen op. Steeds vaker van huis voor hun opleiding. Afgeschermd door hun vader om ze te richten op de wereldse zaken waar hij wil dat ze zich mee bezig zullen houden. Hij heeft grote verwachtingen van Siddharta als leider van de Shakya’s.
Mijn man heeft een huwelijk gearrangeerd voor Siddharta. Yasodhara heet ze. Ze komt ook bij ons wonen. Ze geeft haar leven om echtgenoot en moeder te worden.
Vandaag heeft Siddharta ons verlaten. Ik voelde het aankomen. Zijn levensvragen vragen werden indringender en ik voel dat hij dat pad moet volgen. Mijn man is boos, hij ziet Siddharta als zijn opvolger. Yasodhara blijft eenzaam achter. Zwanger van zijn kind. Ik mis hem.
Na jaren van afwezigheid is mijn stiefzoon en neef, Siddharta teruggekeerd. Ze noemen hem nu Boeddha, de ontwaakte. Hij straalt. Mensen moeten wel naar hem luisteren, ook al willen ze niet. Zelfs mijn man, de koning, moest zijn verzet opgeven en naar hem luisteren.
Steeds meer mannen in het paleis kiezen voor een leven waarin ze Boeddha willen volgen. Zijn onderricht over het begrijpen van het lijden, het loslaten van het ontstaan van lijden, het ophouden aanschouwen en dit steeds opnieuw in de praktijk brengen raakt ze. Ze kiezen voor een leven waarin ze vrijer kunnen worden van hun cultuur en conditionering, van de rangen en standen waarin ze vastzitten. Vrij van het onvermogen om het geluk vast te houden, het onvermogen om het ongeluk af te wenden.
Ik zie de mannen, de echtgenoten en de zonen het paleis verlaten om met Boeddha mee te trekken. Ik blijf achter, met Yasodhara en de andere vrouwen in het paleis.
Er komen vrouwen naar mij toe die ook naar de lezingen van Boeddha willen luisteren. De koning, mijn man, keurt het af dat vrouwen naar een leraar luisteren. Ik heb de koning gevraagd ook vrouwen toegang tot dit onderricht te geven. Hij kon mijn aandringen niet langer weerstaan. Steeds meer vrouwen luisteren naar het onderricht van Boeddha. Ik zelf ook.
Toen mijn man, Suddhodana, stierf, voelde ik dat ik mij uit het publieke leven wilde terugtrekken. Ik vroeg Boeddha om zijn volgeling te mogen worden, een thuisloze, een monnik. Ik heb mijn stiefzoon, neef, onderricht horen geven. Zijn woorden voelen waarachtig. Na het verlies van mijn zuster, man, en kinderen wil ik zelf de rust van een thuisloze vinden.
Ik heb Boeddha gevraagd zijn volgeling te mogen worden. Ik heb het hem drie keer gevraagd. Hij zei drie keer nee. Hij trok verder. In die tijd kwamen er steeds meer vrouwen naar mij toe. Verlaten door hun mannen en zonen, omdat ze stierven of thuislozen zijn geworden. Wij willen ook dit pad van verlichting volgen zeiden ze tegen mij. Ga ons voor.
Ik sneed mijn haar af, deed mijn paleiskleren uit en trok lompen aan. Op sandalen begaven wij ons, 500 vrouwen, naar de verblijfplaats van Boeddha om ons aan te sluiten. Na een tijdje begaven mijn sandalen het. Ik liep verder op blote voeten. De wonden en zweren voel ik niet, mijn verlangen om thuisloze te mogen zijn is groter.
We kwamen aan bij de verblijfplaats van Boeddha. Weer vroeg ik mijn neef, mijn stiefzoon: laat mij toe in jouw gezelschap. Laat mij ook dit pad van bevrijding volgen. Weer zei hij nee. Drie keer op rij. Ik ben naar Ananda gegaan, zijn trouwe metgezel en ook mijn neef. Ook Ananda kreeg drie keer nee te horen op zijn vraag of vrouwen mochten aansluiten. Uiteindelijk vroeg Ananda ‘kunnen vrouwen net als mannen verlicht zijn?’. Daarop kon Boeddha alleen maar ja zeggen en moest hij zijn weerstand opgeven. Hij heeft hij mij en alle andere vrouwen toegelaten als zijn volgelingen.
Hij zei: ik laat jullie toe en zal de vrouwensangha extra regels opleggen.
Hij vroeg mij: zul je de regels accepteren die ik je opleg? Acht extra regels om de orde in deze gemeenschap niet in gevaar te brengen door de aanwezigheid van vrouwen.
Ik heb geaccepteerd. Ik heb alle regels geaccepteerd. Geen regel zal mij van mijn bevrijding afhouden. Dit pad zal ik gaan al zouden er honderden regels en hindernissen zijn.
De regels:
1. Een non, ook al gaat ze 100 jaar terug zal altijd respectvol groeten, opstaan voor en buigen naar, en alle gepaste plichten betrachten in de aanwezigheid van een monnik, ook al is hij pas een dag geordineerd.
2. Een non mag het regenseizoen niet doorbrengen in een district waar geen monniken zijn.
3. Iedere halvemaan krijgt de non instructies over twee dingen van de monnikenorde. De datum van het biechtritueel en de tijd waarop de monniken komen om les te geven.
4. Na de regenretraite houden de nonnen een biechtceremonie voor beide ordes, de monniken en de nonnen – met in achtneming voor alles wat gezien, gehoord en vermoed is.
5. Een non die zich schuldig heeft gemaakt aan een serieuze overtreding krijgt disciplinaire maatregelen voor beide ordes, de monniken en de nonnen.
6. Wanneer een novice twee jaar heeft getraind in de zes voorschriften (de eerste 5 voorschriften en het voorschrift om één maal per dag te nemen, voor het middaguur), moet wijding vragen aan beide ordes.
7. Een non mag nooit, onder welke omstandigheden ooit, een monnik beschimpen of misbruiken.
8. Een vrouw mag een man nooit bestraffend toespreken als hij iets verkeerds doet; een man mag een vrouw wel bestraffend toespreken.
Ik heb de regels geaccepteerd.
Ik heb bij Boeddha nog gevraagd, gesmeekt, om in ieder geval de eerste regel aan te passen. Dat monniken ook respect betuigen aan een oudere wijzere non. Hij weigerde.
Na Jaren onderricht ben ik zelf ook gaan lesgeven. Boeddha heeft mijn inzichten erkend. Sommigen zullen na mijn dood zeggen dat ik de vrouwelijke boeddha was.
Mijn leven nadert een einde, 120 jaar ben ik geworden.
Om geen twijfel over mijn verlichting te laten bestaan verricht ik wonderen, vergelijkbaar met de wonderen die boeddha heeft verricht. En dan zal ik sterven.
Mijn laatste woorden:
Eer aan jou, Boeddha
Beste van alle wezens
Je hebt mij en vele andere
bevrijd van lijden
Het lijden volledig begrijpen
De bron, het verlangen verstild
Het achtvoudige pad toont zich
Ik heb een staat bereikt waarin altijd stilte is
Ik was
Moeder,
Zoon,
Vader,
Broer,
Grootmoeder,
Waarachtig mijn weten,
Ging mijn reis steeds verder.
Ik heb de gezegende gezien:
Dit is mijn laatste lichaam,
Ik zal niet langer
Van geboorte naar geboorte
Gaan
Kijk naar alle volgelingen verzameld,
Hun energie,
Hun oprechte inspanning.
Dit is een eerbetoon aan de boeddha’s.
Maya bracht Gautama op de wereld
Voor ons aller welzijn.
Door haar is het lijden
Van de zieken en de stervenden verlicht.
Met dank aan de volgende bronnen:
Grace Schireson
Zen Women
Susan Moon
Women of the way
Stehpen Batchelor
Terug naar Boeddha
Susan Murcott
First Buddhist Women: Poems and Stories of Awakening
Wikipedia Mahapajapati
Info en aanmelding:
Zenfilosofiecursus door Floor Gessho Rikken / do. 19.30 uur
Nieuwe data zenfilosofiecursus door Rients Ritskes, start wo. 12 mei