ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven
Je ego onderzoeken
Anne-Marie Brekelmans,
Zen.nl Den Bosch
Waarom ben ik soms zo onrustig en kan ik moeilijk keuzes maken en wat heeft dat met mijn ego te maken? Dat ontdekte Anne-Marie door te mediteren en zichzelf te onderzoeken.
Afgelopen week was ik op bezoek bij mijn ouders, mijn moeder toverde tijdens de koffie een foto van mijn peuterspeelzaalgroep tevoorschijn. Het is een heerlijke foto, al zeg ik het zelf. Want ondanks dat ik rechts op de foto sta en best een eindje van de rest, ben ik voor mijn gevoel het stralende middelpunt van de foto. Met een glimlach van oor tot oor zit ik op een rood paard. Terwijl ik naar de foto kijk, realiseer ik me dat het gevoel van onbeschaamd het middelpunt durven te zijn, er steeds vaker weer is. Het ego-onderzoek dat ik vorig jaar startte, heeft daar zeker een steentje aan bijgedragen.
Op zoek naar mezelf
Zo’n vijf jaar geleden stapte ik de eerste les bij Marlies Weijzen (mijn opleider bij
Zen.nl Den Bosch) binnen. Ik had behoorlijk wat vragen, zoals: Wat wil ik nu met werk? Waarom ben ik altijd zo boos? Hoe kan ik zorgen dat ik minder stress heb? Wie ben ik nou eigenlijk? Zen zou me daar vast de antwoorden op gaan geven.
De vraag “wie ben ik?” hield me al een tijdje bezig en heeft me ook niet losgelaten. De vraag hield me zoveel bezig dat ik vorig jaar gestart ben met een zelfstudie van ego. Ik ging er meer over lezen, tijdens coaching met Marlies over praten, interviews afnemen met diverse mensen die zich via mijn vorige oproep hadden aangemeld en zat met het onderwerp in zazen. Ik realiseerde me dat onderzoek naar het onderwerp ego, moest starten met nog meer onderzoek naar mijn eigen ego.
Aha moment
Het eerste inzicht wat ik de afgelopen periode van onderzoek heb opgedaan is misschien wel dat er geen statisch “ik” is om naar op zoek te gaan. Dat klinkt voor de meesten wellicht niet als een groot 'aha moment'; het echt ervaren van dit inzicht heeft mij veel gebracht. Ik ben groot geworden met een idee van ik. Ik lijk op mijn vader. Ik ben nogal fel, snel boos. Ik ben goed in sport, maar slecht in tekenen. Ik ben de knappe nicht in de familie. Ik maak makkelijk vrienden. Ik ben goed in lezen, maar niet in schrijven. En ga zo maar door.
Zo was er ook een “ik” die zichzelf als licht depressief zou bestempelen. In een gesprek met Tom van der Heijden (Zen.nl Den Bosch) over het onderwerp “vorm en leegte”, werd er opeens een licht geschenen op die depressieve ik. Al een jaar lang was er geen sprake meer geweest van depressieve buien. De “ik” die daarna van het kussen stapte, was veranderd. Geen depressieve ik meer, alleen momenten van niet lekker in mijn vel zitten. En zo kan ik een paar momenten in de afgelopen jaren benoemen, waarbij ik mijn ego heb zien veranderen. Oftewel, waarbij mijn verzameling ideeën over mezelf anders werd.
Hoe word je zenleraar?
Zo ook tijdens de
opleiding tot zenleraar. Bij de start van het ziop-traject, was ik er helemaal niet zeker van dat ik ook echt les zou gaan geven. De stap om met de opleiding te starten, was vooral genomen omdat Marlies me had gevraagd of het niet iets voor mij zou zijn. Ik voelde me vereerd, ik was trots. Maar echt zenleraar worden? Dat werd steeds meer de vraag tijdens de opleiding. Kon ik dat besluit niet nog even voor me uitschuiven?
Eind 2019 had ik met Arthur Nieuwendijk (
Zen.nl Amsterdam) in het kader van de opleiding afgesproken voor een jaargesprek. Een beetje zenuwachtig zat ik in de trein naar Amsterdam en was ik benieuwd wat het gesprek me zou brengen, of wat er van me verwacht werd. Had ik wel alle boeken goed gelezen? Had ik niet meer moeten mediteren? Was ik wel zen genoeg?
Volgens mij zat ik al binnen tien minuten huilend tegenover Arthur. Alle spanning die zich had opgebouwd kwam er met bakken uit nadat hij me meelevend had gevraagd hoe het ging. Ik wist het niet. Ik zag niet voor me hoe ik zenleraar zou worden. Ik vond mezelf helemaal geen zenleraar. Ik was niet altijd stil en rustig. Ik was niet super gedisciplineerd en constant bezig met zen. Ik zou toch nooit alle vragen van mijn toekomstige cursisten kunnen beantwoorden? Wie was ik om hen te vertellen hoe alles zit? En wat zouden mijn vrienden en familie ervan vinden als ik zenleraar zou zijn?
Arthur vroeg me wat voor zenleraar ik eigenlijk zou willen worden. “Een luidruchtige”, zei ik. “Een met humor” voegde ik toe. “In de lessen moet gelachen kunnen worden”. Het enige dat Arthur antwoordde was: “klinkt goed, ik kom graag een keer naar een les”.
En met dat ene zinnetje gaf hij me een duwtje in de goede richting. Daardoor kon ik zien dat ik niet mijn bedachte voorstelling van een zenleraar moest worden. Nee, gewoon Anne-Marie als zenleraar was prima.
Nu zit ik in de
introductiecursus te stralen, net als toen op het rode paard, als ziopper op het kussen voor de introductiegroep is genieten. De verzameling ideeën die mijn ego vormen telkens weer onder de loep nemen, is soms niet makkelijk. Maar het gevoel van ruimte dat je ervoor terug krijgt als er weer een bubbel is doorgeprikt, is meer dan die moeite waard. Met een vloeibaarder ego als resultaat.