ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven
© I-stock Zen.nl
Zenleraar met corona op de IC
René Miezenbeek,
Zen.nl Breda
Zenleraar René Miezenbeek werd als een van de eerste corona patiënten opgenomen op de intensive care en werd twee weken onder narcose gehouden. In dit artikel kijkt hij terug op deze voor hem en zijn gezin dramatische ervaring en vooral ook op wat hij ervan geleerd heeft en wat zen voor hem in deze tijd heeft betekend.
“Mijn definitie voor grootheid bij de mens is Amor Fati: dat je van niets wilt dat het anders is, niet vóór je, niet achter je, in alle eeuwigheid niet. Het onvermijdelijke niet enkel verdragen, nog minder verdoezelen… maar ervan houden.”
Friedrich Nietzsche
Ervan houden
Als ik een half jaar geleden vooruit had kunnen kijken naar wat mij zou overkomen, had ik er zoveel mogelijk aan gedaan om dat te voorkomen. Achteraf blijkt de formule van Nietzsche een waardevolle, leerzame sleutel te zijn om met moeilijke omstandigheden, en in het bijzonder met corona om te gaan. Amor Fati beschrijft de houding die ik heb gekozen om met de situatie waarin ik eind februari 2020 in terechtkwam, om te gaan. De woorden hebben grote verwantschap met de definitie van geluk van
Rients Ritskes: ‘Geluk is het vermogen om in alle omstandigheden te kunnen genieten’. Ik kijk terug op een half jaar waarin ik veel geleerd heb, over mijzelf en over het leven in het algemeen. Dankbaarheid is wat overblijft. Ik voel me gelukkig, vooral omdat ik gezond ben, maar misschien nog wel meer omdat deze intense periode zo leerzaam is geweest. Ik heb geleerd mijn lot te omarmen, in moeilijke omstandigheden te genieten en gelukkig te zijn. Mijn zenbeoefening heeft daarbij een belangrijke rol gespeeld.
Dankbaarheid
Eind februari werd ik ziek. Als een van de eersten kwam ik op de Intensive Care van het Amphia ziekenhuis in Breda terecht. Na bijna 4 weken in het ziekenhuis, waarvan twee weken onder narcose aan de beademing op de IC, mocht ik naar huis. Ik was volledig bewust van wat mij was overkomen. Ik voelde me op dat moment alleen maar enorm dankbaar. Dankbaar voor alle hulp en zorg die ik had ontvangen in het ziekenhuis, dankbaar dat ik op het juiste moment de juiste arts had getroffen die mij naar de spoedeisende hulp stuurde, dankbaar voor iedereen die zo met mij en mijn gezin heeft meegeleefd. Dankbaar voor iedereen die voor mijn vrouw en twee jongens heeft gezorgd toen ik ‘er even niet was’.
Het gevoel van dankbaarheid heeft lang aangehouden en voel ik nog steeds. Toch heb ik op aanraden van mijn zencoach en opleider de dankbaarheid bewust aan de kant gezet, om te ervaren wat er zich naast dankbaarheid nog meer zou aandienen. Ik heb niet eerder zo’n ingewikkelde opdracht gekregen van mijn coach. Toch heb ik zijn advies opgevolgd waardoor ik in de vijf maanden na mijn ontslag uit het ziekenhuis meer heb geleerd dan ik me ooit kon voorstellen.
Doelen stellen
In de eerste maand van mijn revalidatie (ik was geen knip voor mijn neus waard toen ik thuiskwam) ging ik met enorme stappen vooruit. Twee zenlessen hebben mij in deze eerste weken enorm geholpen. Als eerste een les over het stellen van doelen. Al direct nadat ik ontwaakt was uit mijn narcose realiseerde ik me dat ik een lange weg te gaan had om weer de oude te worden. Op datzelfde moment wist ik duidelijker dan ooit wat mijn doel was: weer gezond en sterk worden. Het was mij op dat moment volstrekt duidelijk wat de kracht is van het hebben van een doel. Het hielp me om weer goed, zelfstandig te ademen zodat ik van de beademing af mocht. Het hielp me om binnen enkele dagen weer op mijn benen te staan. Het hielp me om elke dag mijn oefeningen te doen en mijn kracht weer terug te winnen.
Goed voelen
De tweede zenles die een belangrijk baken is geweest tijdens mijn herstel is: ‘Je goed voelen, is goed voelen’ van Rients boek
Leer voelen wat je wilt voelen. Al in de eerste dagen van mijn herstel kreeg ik van verschillende kanten het advies om het rustig aan te doen en er rekening mee te houden dat mijn herstel maanden zou duren. De eerste weken maakte ik grote stappen richting zelfstandigheid, mijn wandelingetjes werden al snel wandelingen en binnen enkele weken had ik overdag niet veel last meer van de continue vermoeidheid die ik eerder had ervaren. Hoge verwachtingen staken ongemerkt de kop op. Door steeds goed te voelen wat mijn lichaam nodig had en kon verdragen, bleef ik snel vooruitgaan. In mijn hoofd was ik al klaar om weer aan het werk te gaan, ondanks aanhoudende adviezen om het rustig op te bouwen en tijd te nemen voor mijn herstel. Zo lang zou het toch niet duren? Ik zou de dokters wel eens laten zien dat ik snel beter zou zijn. Totdat…. mijn herstel vertraagde. Frustratie maakte zich van mij meester. Ik voelde toch goed? Ik deed precies wat nodig was? Ik ging zo goed vooruit?!
Blijven voelen, blijven leren
Toen bleek een les uit het boek van Edith Eger
De Keuze minstens zo belangrijk voor me. Ze zegt: ‘Minder voelen wordt vaak verward met beter voelen’. Dit inzicht hield me voor dat er nog veel meer te voelen was. Ik voelde me veel minder slecht dan voorheen, en verwarde dat met de gedachte dat het al heel goed met me ging. Toen ik me dat realiseerde, kwam ik er achter dat er nog veel meer te voelen viel. Goed voelen had me op het spoor gezet om snel te herstellen, maar de frustratie van een tijdelijke terugval had me geleerd dat er altijd nog meer te voelen valt. Een van de dingen waar ik me vanaf dat moment bewust werd, was een diepe vermoeidheid die nog steeds constant aanwezig was en mijn hele doen en laten beïnvloedde. Ik kreeg doodgewone kleine taken niet voor elkaar, viel overdag af en toe in slaap en was vaak erg geprikkeld. Ik had me door de euforie van mijn herstel niet gerealiseerd hoe diep mijn vermoeidheid was. Door nog meer te voelen dan voorheen, opende zich voor mij een wereld waarin ik verder kon werken richting mijn doel: gezond en sterk worden. Mijn les: er is altijd meer te voelen en meer te leren. In mijn geval was dat, op dat moment, de diepe vermoeidheid, die mij leerde dat het nodig was om het anders te doen.
Verwachtingen loslaten
Meer voelen was de impuls om verder te herstellen. Met hulp van een manueel therapeut werkte ik aan de gewrichten die mij pijn deden door het lange liggen op de IC. Met de fysiotherapeut begon ik te werken aan mijn conditie en kracht. Ongemerkt speelde in mijn achterhoofd nog steeds de hoge verwachting dat ik weer snel de oude zou zijn. Niets was echter minder waar. Bij gewone alledaagse taken, liep ik tegen mijn grenzen aan. Steeds gefrustreerd dat ik nog steeds niet de oude was, gebeurden er twee dingen. Als eerste hoorde ik de woorden van Rients in mijn achterhoofd: ‘een woord onderzoeken is jezelf onderzoeken’. In mijn geval was het nodig om het woordje ‘al’ goed te bestuderen. In gesprekken met mensen om mij heen had ik de gewoonte om te zeggen dat ik
ál twee maanden thuis was, en dat het heel goed met mij ging. Hoewel dat laatste natuurlijk waar was, kwam ik er op mijn kussen achter dat ik niet
ál twee maanden thuis was, maar
pás twee maanden. Het erkennen dat ik pas twee maanden thuis was, dat ik pas net aan mijn revalidatie was begonnen, voelde als een bevrijding. Door één woord in mijn spreken te vervangen was er ineens ruimte voor het pad dat nog voor me lag. Eerder had ik me in gedachten steeds aan het eind van dat pad gezien. De torenhoge verwachtingen die ik mijzelf had opgelegd verdwenen als sneeuw voor de zon.
Het doel en de weg
Het tweede dat, ook op mijn kussen, gebeurde was een herinnering aan het volgende verhaal:
Een jongeman reisde eens door heel Japan naar de dojo van een groot en beroemd zwaardvechter. Toen hij daar aankwam, werd hij ontvangen door de meester die onder de indruk was van het feit dat de jongeman zo’n verre reis had gemaakt.
“Wat wil je van me?”, vroeg de meester.
“Ik wil uw leerling worden, en ik wil de beste zwaardvechter van het land worden.” Antwoordde de jongen. “Hoe lang moet ik daarvoor oefenen?”
“Minstens 10 jaar.”, antwoordde de meester.
“Tien jaar is een lange tijd. Als ik nu eens twee keer zo hard oefen als al uw andere leerlingen, wat dan?”
“Twintig jaar.”, antwoordde de meester.
“Twintig jaar! En als ik onophoudelijk oefen, dag en nacht, uit alle macht?”
“Dertig jaar.”, antwoordde de meester.
“Hoe kan dat nu, elke keer als ik zeg dat ik harder wil oefenen, zegt u mij dat het langer zal duren?”, vroeg de leerling, die niet goed wist hoe hij het had nu.
“De zaak is duidelijk”, zei de meester. “Zolang je je met één oog op het resultaat richt, heb je maar één oog over om de weg te vinden.”
Beide ogen op de weg
Ik zag mijzelf als de jongeman de niets liever wil dan de beste zwaardvechter van het land worden. Ik wilde niets liever dan gezond en sterk worden. De les in het verhaal was precies de les die ik op dat moment nodig had. Mijn verwachtingen over mijn herstel, beter willen zijn, steeds bezig zijn met de toekomst en mijn verlangens, zorgden ervoor dat ik nu niet de ontwikkeling doormaakte die ik graag zou willen. Ik zat mijzelf in de weg, ervoer frustratie waardoor mijn herstel verder vertraagde. Eindelijk kwam ik mijzelf tegen. Ik realiseerde me dat ik, net als de jonge zwaardvechter, veel te snel wilde gaan. Sinds dit inzicht lees ik dit verhaal elke dag als herinnering voor mijzelf en ga ik vol voor elke training. Mijn doel is niet veranderd, maar ik heb beide ogen op de weg. Mijn doel is nog steeds gezond en sterk worden, maar ik geniet nu van ieder moment, van iedere stap, van iedere training op weg naar dat doel. De weg is inmiddels belangrijker dan het doel.
Vertragen is versnellen
Nog steeds ga ik soms voorbij aan deze grote levensles en wil ik te snel. Ik loop dan voorbij aan anderen, aan mijzelf en stoot daarbij mijn neus. Dan sta ik even stil bij het verhaal van de zwaardvechter en bij mijn eigen voornemen om langzamer te leven. Beide ogen op de weg, mijn doel losgelaten, in een lager tempo dan voorheen ga ik nu sneller dan ooit. Ik ben gezond.
Al na vijf maanden na mijn ontslag uit het ziekenhuis laat ik mijn corona avontuur achter me en ben ik weer aan het werk. Nog niet voor 100%, maar ook daar kom ik wel, langzaam, stap voor stap.
Dankbaarheid is er nog steeds. Dankbaar voor de mensen om mij heen, die mij gesteund hebben. Dankbaarheid voor de grote lessen die ik heb mogen halen uit de crisis die ik heb meegemaakt. Lessen die mij als mens sterker en wijzer maken. Dankbaar dat zen een aantal jaar geleden op mijn pad is gekomen, waardoor ik mijn vaardigheid om te leren heb vergroot. Dankbaar voor het leven, en dankbaar dat ik weer gezond en sterk ben.