ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven
Over Bodhidharma
Aantekeningen en citaten bij online zenfilosofiecursus / college 4
Rients Ritskes,
Zen.nl Nederland
Zie ook de eerste drie artikelen met aantekeningen en citaten bij de online zenfilosofiecursus:
1.
Waarom zenfilosofiecursus?
2.
Over Nagarjuna
3.
Over Hui-neng
Boeddha’s ( 500 v. Chr.) verlichting bestond na lang zoeken en trainen uit het besef dat alles één is.
Mahakashapa ( 500 v. Chr.), de eerste patriarch van zen, was een trouwe leerling van Boeddha en hij realiseerde zich dat in het actuele de hoogste waarheid te vinden is.
Nagarjuna (circa 150 - 250) maakte duidelijk dat hoewel alles één is, het toch goed is om de dualistische wijze waarop wij de wereld ervaren te blijven zien als de dagelijkse waarheid. Alles is verandering.
Bodhidharma (circa 440 - 528) wordt vaak gezien als de eerste echte zenmeester. Zijn levensverhaal en preken zijn pas een eeuw of twee na hem opgetekend en er kan getwijfeld worden aan de historische feitelijkheid van zijn bestaan. Vanuit de traditie gezien is hij de oprichter van de hedendaagse zen- en kungfu-tradities. Bodhidharma is ook bekend omdat hij in de loop der eeuwen ontelbare keren is afgebeeld. In Japan zien we vooral zijn streng kijkende portret, in China vaak de hele persoon als de wijze man met baard, die loopt op één sandaal of die op een holle rietstengel de grote rivier de Yangtze oversteekt. In Japan zie je Bodhidharma ook overal als papier-maché poppen. Deze dharma-pop is voor Japanners een geluks- en wenspop. Bij aankoop zijn beide ogen nog niet ingekleurd. Nadat je een wens hebt gedaan kleur je het ene oog in en wanneer je wens is uitgekomen kleur je het tweede oog in. Rond de jaarwisselingen worden de oude poppen bij de tempel verbrand en nieuwe voorzien van één oog.
Bodhidharma kwam op 35 jarige leeftijd naar China, mediteerde daar 9 jaar starend naar de muur, aanvaarde Huïko - die later zijn opvolger zou worden - als leerling, nadat die zijn arm afhakte als bewijs van zijn toewijding, werd rond het jaar 500 abt van de Shaolin-tempel en op zijn 88e vergiftigd door een jaloerse monnik. Drie jaar later meenden enkele volgelingen hem op één sandaal te hebben zien lopen, terug op weg naar India. Ze openden daarom nieuwsgierig zijn graf en vonden daarin slechts één sandaal en verder niets.
Zijn leer is uniek en door hem wordt voor het eerst, alles wat we dagelijks doen, als zenoefening bestempeld. Verder wordt het grote belang van een leraar door hem geïnstitutionaliseerd. Bodhidharma meende dat slechts één op de miljoen mensen zonder hulp van een leraar verlicht zou kunnen worden. Zijn leer bevat verder vier oefeningen
1. onrecht verdragen
2. aanpassen aan de omstandigheden
3. niets zoeken
4. de dharma beoefenen
Enkele van de aan hem toegeschreven uitspraken:
• Nu word ik, hoewel ik niets verkeerd doe, gestraft vanwege mijn verleden.
• Zoeken is lijden. Niets zoeken is gelukzaligheid.
• Je eigen aard is boeddha en boeddha is iemand die vrij is.
• Wanneer je een boeddha of bodhisattva ziet en je eerbied voor hem voelt, degradeer je jezelf tot het rijk van de stervelingen.
• Boeddha betekent bewustzijn.
• Een boeddha is iemand die vrijheid vindt in geluk én ongeluk. Zijn kracht is zo groot dat zijn karma hem niet kan vasthouden. Wat voor karma je ook hebt, een boeddha transformeert het.
• Geleerdheid en kennis zijn niet alleen nutteloos, maar versluieren eveneens je bewustzijn.
• De essentie van de Weg is onthechting.
• De drie vergiften zijn hebzucht, woede en misvattingen.
• Het juiste inzicht ontstaat als de wereld en de geest beide transparant zijn.
• Elk lijden is een boeddha-zaadje, omdat het lijden stimuleert op zoek te gaan naar wijsheid.
• Vereren betekent eerbied en bescheidenheid. Het betekent je werkelijke zelf vereren en misvattingen ontmoedigen.
Hui-neng (681 - 713), in het Japans Daikan Enō geheten, is de zesde patriarch in de zentraditie, half wees, arm en ongeletterd. Zijn belangrijkste bijdrage aan de zenfilosofie is dat ook ongeschoolden verlicht kunnen zijn en ook armen en jongeren groot inzicht kunnen verwerven.
Mazu Daoyi (709-788) in het Japans Baso Doitsu is één van de patriarchen uit de lijn van Hui-neng. Zijn stijl is zeer vernieuwend geweest en zijn schoktherapie is vooral in Japan tot op de dag van vandaag populair. Mazu introduceerde stokslagen, schreeuwen en schoppen als onderdeel van de training van zenmonniken in Azië. Stokslagen en schreeuwen behoren nog steeds tot de dagelijkse praktijk in de Japanse zenkloosters. Waarschijnlijk heeft Mazu, wiens bestaan al evenmin aangetoond kan worden, deze schoktherapie ontwikkeld voor de vele monniken die te maken hadden met ernstige posttraumatische stress ten gevolge van een bijzonder bloedige burgeroorlog in China rond het jaar 760. Deze burgeroorlog deed de bevolking van 53 miljoen slinken tot 17 miljoen. Mazu werd ook bekend door zijn gewoonte onverwacht een persoon bij naam te noemen terwijl die persoon vertrekt. Dit zou het oorspronkelijke bewustzijn oproepen, waaruit verlichting voortkomt. Verder gebruikte hij gebaren en zwijgen als antwoord op vragen en het was bekend dat hij graag de neus van een leerling vastgreep en die omdraaide.
Mazu geloofde in verhalen als de perfecte zenvolle onderwijsmethode, omdat ze de luisteraar stimuleren de betekenis ervan te vinden. Een anekdote toont de theorie in actie en doet de luisteraar delen in een echte ervaring. Twee van Mazu’s beroemde
koans zijn opgenomen in de Mumonkan als nummer 30 en 33. Koan 30 is: "Wat is Boeddha?" waarop Mazu zegt: "Geest is Boeddha.” en koan 33 luidt: "Wat is Boeddha?" waarop Mazu reageert met: "Geen geest, geen Boeddha".
Linji (?? - 866) in het Japans Rinzai, is de oprichter van de naar hem vernoemde Rinzaischool waarin koanstudie en de barbaarse onderwijsmethoden van Mazu centraal staan. Linji had als jonge monnik een laag zelfbeeld en durfde zijn meester Huangbo nauwelijks iets te vragen. Toen hij dat na aanmoediging van de hoofdmonnik toch deed, gaf Huangbo hem een geweldige dreun. Later begrijpt hij plotseling dat deze aframmeling niet bedoeld is om zijn minderwaardigheid te onderstrepen, maar juist om zijn negatieve gedachten over hemzelf te doorbreken. Wanneer hij tot dit inzicht komt is hij verlicht, hij sticht zijn eigen school en krijgt heel veel leerlingen.
Ook Linji heeft zelf geen teksten achter gelaten. Alles wat we van hem weten is pas na zijn leven opgetekend, net zoals bij alle eerdere patriarchen tot dan toe. Via overlevering zijn ons 60 korte toespraken en dialogen bekend onder de naam Linji-lu. Deze tekst is een van de hoogtepunten uit de Chinese zenliteratuur en is ook in het Nederlands al meerdere malen vertaald. Uit een recente hedendaagse vertaling (mei 2020) van Hans van Dam de volgende citaten:
Voorbijgangers, deze wereld biedt evenveel rust als een brandend huis.
Wil je niet verschillen van de Boeddha, zoek het dan niet langer buiten jezelf. Wat is het oog dat iedere gedachte doorziet? Gewoon je eigen geest. Jij die hier met je eigen oren naar mijn kletspraat staat te luisteren en er met open ogen intuint.
Het oog dat iedere gedachte doorziet, dat is de dharmakayaboeddha. Het oog dat iedere gedachte doorziet, dat is de sambhogakayaboeddha. Het oog dat iedere gedachte doorziet, dat is de nirmanakayaboeddha. Jijzelf bent het drievoudige lichaam. Zolang je tenminste niet als een kip zonder kop rondrent op zoek naar je drievoudige lichaam.
Voorbijgangers, volgens de onovertroffen meesters van de soetra’s en de shastra’s zou het drievoudige boeddhalichaam het allerhoogste zijn. Laat je niets wijsmaken. Het is alleen maar beeldspraak. Een drievoudige instinker. De trikaya is drie keer niks. Net als je eigen geest. Net als het oog dat iedere gedachte doorziet.
Een monnik vroeg: ‘De godin van het mededogen heeft duizend handen en duizend ogen. Welk oog is het ware?’ Meester Linji zei: ‘De godin van het mededogen heeft duizend handen en duizend ogen. Welk oog is het ware?’ De monnik sleurde hem van zijn kussen en ging er zelf op zitten. Linji ging vlak voor hem staan en vroeg: ‘Wat ziet het ware oog nu?’ De monnik wist niets uit te brengen. De meester sleurde hem op zijn beurt van het kussen en nam zijn plaats weer in.
Linji, die net als Mazu ook een sterke nadruk legt op het belang van een goede leraar is de meester van de paradoxale intentie. Bijvoorbeeld: wil je de verlichting bereiken? Dan moet je volgens Linji het verlangen ernaar opgeven! Hij schopt, slaat en beledigt zijn studenten, maar noemt ze ook steeds boeddha’s. Hij is een geweldig leraar die zijn leerlingen regelmatig voorhoudt dat het jaren training vraagt om de sociale vaardigheden die daarvoor nodig zijn je eigen te maken.