ZenActueel:
Iedere dag inspiratie voor een zenvol leven
Chaostheorie, zenfilosofie en meditatie
Mark Scholten, zenbeoefenaar
Zen.nl Amersfoort
“Alles heeft met alles te maken”, een mooie zin die ik enkele jaren geleden tijdens de zenles hoorde. Het idee sprak me aan en tegelijkertijd vroeg ik mij af “hoe werkt dat dan?”.
Je kunt er op de manier naar kijken van Thich Nhat Hanh die zegt dat de wereld in een vel papier zit. Want papier is gemaakt van bomen en bomen groeien op grond en hebben zonlicht nodig en water. Wat mij betreft tegelijkertijd een heel poëtische als concrete benadering.
Hoe kijkt de wetenschap eigenlijk naar verbondenheid? Een interessant spoor is daarin de chaostheorie, ook wel bekend als de complexiteitstheorie.
Chaostheorie
Deze theorie is gepopulariseerd door het vlinder-effect van Lorenz uit 1963: het idee dat een kleine oorzaak (het fladderen van de vlinder in Brazilië) grote gevolgen kan hebben (een orkaan in Texas).
Bovenstaand plaatje is ook wel enigszins bekend. Het laat het patroon zien van een zogenaamde
Lorenz-attractor, een grafische afbeelding van een eenvoudig
meteorologisch model.
Het heeft trouwens ook wat weg van de vorm van een vlinder, maar dat geldt alleen voor het voor-aanzicht.
Chaostheorie toegepast op ons brein
Wat heeft dit met zen te maken? Daarvoor zal ik een klein aanloopje maken.
Allereerst spreekt deze theorie over zogenaamde emergente eigenschappen: patronen op hoger niveau worden gevormd door interacties op lager niveau. Klassieke voorbeelden zijn de patronen die vogelzwermen in de lucht en scholen vissen in het water vormen. Er is daarbij niet één vogel of vis die het patroon aanstuurt, het patroon ontstaat in de interactie tussen de individuele dieren.
Het interessante is dat er wetenschappers zijn die dit idee ook toepassen op het brein. Zenuwcellen interacteren met elkaar en daardoor ontstaat er als emergente eigenschap de bewuste geest. Eén zenuwcel zorgt niet voor bewustzijn, 1.000 zenuwcellen wellicht ook nog niet, maar ergens in ons brein met 80 en 100 miljard zenuwcellen is er gaandeweg iets ontstaan dat we de “de menselijke geest” of “menselijk bewustzijn” kunnen noemen.
Een fascinerend onderzoek naar communicerende neuronen bij de apensoort makaken suggereert dat neuronen met elkaar overleg voeren om tot consensus te komen over wat ze van iets vinden. Een korte samenvatting over dit onderzoek vind je
hier.
Meditatie en ons brein
Als we onze zenbeoefening doen trainen we onze geest en daarmee ook ons brein,
ZenActueel laat regelmatig onderzoek zien waarin wordt aangetoond dat zenbeoefening een gunstig effect heeft op bijvoorbeeld de verbinding tussen de hersenhelften, het corpus callosum of op de vorming van
zogenaamde witte stof en grijze stof. Het interessante is dat er sprake is van feedback loops, van het een naar het ander: we trainen ons brein door onze zenbeoefening, waardoor we open staan en onze geest nieuwe ervaringen opdoet, waardoor ons brein zich verder ontwikkelt. Mind develops brain develops mind.
Chaostheorie en 'geen-zelf'
Nog een stap dieper in deze materie:
Wat de chaostheorie zegt, is dat wij ook als persoon minder een centraal aangestuurde eenheid zijn dan we vaak denken. Dit sluit nauw aan van de zenfilosofie die stelt dat er helemaal geen ‘zelf’ is. Onderzoekers zoals
Thelen en
Kelso maken aannemelijk dat ons lichaam (armen, benen en ook het brein) zich vooral lijkt te organiseren rondom een taak, zoals bijvoorbeeld hardlopen. Honderden verschillende spieren werken samen om deze taak uit te voeren en stemmen zich daarbij op elkaar af. Centrale aansturing vanuit het brein op basis van een vaststaand idee ‘hoe je hardloopt’ lijkt daarbij niet de meest voor de hand liggende verklaring te zijn. Dit alleen al omdat het aantal verschillende manieren waarop je je spieren kunt gebruiken om hard te lopen enorm groot is. Er lijkt hier ook een element van zelforganisatie een rol te spelen.
De relativiteit van ons denken
Tenslotte, wat de chaostheorie ook zegt, is dat we vooral moeten kijken naar de dynamiek in de processen. In het domein van de menselijke geest, kunnen we bijvoorbeeld onderzoeken hoe onze mentale toestanden fluctueren op de korte termijn. Ik kan me de
sesshin in Lochem herinneren dat ik aan het einde van de dag dacht: “ik heb zo’n pijn, ik kan dit niet meer” en twee minuten later dacht ik “o wat is dit toch eigenlijk lekker.” Die fluctuaties horen bij ons mensen en kunnen heel duidelijk worden tijdens onze intensievere meditaties en het is verbazingwekkend en goed ons te realiseren hoe tijdelijk het karakter van onze gedachten is.