Hoe hoog ligt de lat?
De cursusgroep op de woensdagavond bestudeert het boek Leer voelen wat je wilt voelen. Twee weken geleden was het onderwerp ‘verdriet’.
Joke Batink, Zen.nl Nijmegen
Verdriet, zo bespraken we tijdens de wekelijkse bijeenkomst, is er als we een gemis of dreigend gemis ervaren. Die les vertelde ik over verdriet, over mijn jeugd. Ik schetste hoe ik ontroerd kan raken als ik iemand zie die een beperking heeft en daar blijmoedig mee weet om te gaan. Zoals de zeer kleine, hoogbejaarde dame die me in de supermarkt zonder een spoor van irritatie of verdriet even vroeg of ik een pak koffie uit het schap wilde halen, dat veel te hoog voor haar was. Of de jonge jongen die ik verpleegd heb, die ondanks zijn motorische problemen opgewekt altijd zijn maaltijd at, ook al kostte hem dat veel meer tijd en moeite dan de andere tafelgenoten.
Uitslovertje
Toen ik de les voorbereidde, schoot me een foto te binnen die ik geruime tijd in mijn studeerkamer had hangen, tussen andere foto’s en knipsels die ik wilde bewaren. Deze prent kwam uit het huis-aan-huisblad en ging over een hondenshow. Te zien was een klein hondje dat met zijn bekje open over een horde springt. De foto heeft me getroffen, ik heb hem ingelijst en aan de verzameling toegevoegd.
Tijdens een gesprek met mijn coach Floor had ik het een keer erg met mezelf te doen, en vertelde over deze foto aan de muur. ‘Die foto haal je nu denk ik wel van de muur af, hè?’, zei Floor. Au! Een paar dagen later deed ik dat wel.
Voor die les, heb ik het lijstje uit de berging gehaald, afgestoft en meegenomen naar de zendo. Ik wilde vertellen hoe deze foto symboliseert hoe ik mijn ontroering ben gaan cultiveren. En ik realiseerde me op dat moment waar het hem in zat. Ik deed als kind altijd zo enorm mijn best. Ik wilde het goed doen, mijn ouders niet teleurstellen, en altijd de beste zijn. En tegelijk had ik voortdurend het gevoel dat me dat niet lukte, omdat ik zelf de lat zo hoog legde. En omdat in ons gezin veel spanningen waren en geen onbezorgdheid heerste. Ik had altijd het gevoel dat er niets fout mocht gaan. Als ik viel en me bezeerde, kreeg ik eerst een berisping en dan een pleister.
In de les ging de foto van hand tot hand. En voordat ik erover verteld had, kreeg ik als antwoord op mijn vraag: wat zien jullie? te horen: wat een uitslovertje. Ja, dat vond ik nu ook. Kijk het beestje toch eens zijn best doen. En daarmee symboliseerden het hondje, de oude dame in de supermarkt en de jonge jongen het gemis van een onbezorgde jeugd. In mijn eigen streven naar perfectie, ontroerde de blijmoedige imperfectie me.
De week erna nam ik deel aan de
weekendsesshin in Epe. Tijdens de zazen op zondagochtend verscheen de foto weer even voor mijn geestesoog. Ik zag de afbeelding levendig voor me. En ineens realiseerde ik me dat ik al die tijd een detail over het hoofd heb gezien. Wat zat er eigenlijk een grote afstand tussen het hondje en de lat! Het beestje sprong met een enorme boog, terwijl hij met minder hoogte deze hindernis met gemak had kunnen nemen. Dat ga ik onthouden en dat hoop ik paraat te hebben op momenten dat ik me weer eens druk maak over dingen die ik ‘niet perfect’ gedaan heb. Dan wil ik kunnen denken en vooral voelen: hoe hoog ligt de lat eigenlijk?