Eenwording met een trommel

Eenwording met een trommel



Een aanstekelijk verslag van een lang verwacht treffen dat nog lang naklinkt.

Lilian van der Vaart, Zen.nl Eindhoven

Montfoort, 14 april. Het is de dag van de Zen Taiko workshop. Peter Rumpff en ik zijn te vroeg. Terwijl we wachten zetten we onze nadere kennismaking – begonnen tijdens de autorit hier naar toe – nog even voort. Want het enige dat we tot vandaag van elkaar wisten is dat we beiden gek zijn op trommelen, vooral op heel grote trommels.
         Het verschil tussen ons is dat Peter dat al vaker heeft gedaan, en ik er tot nu toe alleen nog maar van heb gedroomd. Begin jaren negentig hoorde en zag ik Circle Percussion voor het eerste spelen, in de Beurs van Berlage. Het was liefde op het eerste gehoor, en vanaf dat moment wilde ik op die grote drum slaan. Dat durfde ik toen niet te vragen; het was er ook niet de tijd en de plaats voor. En zoals het wel vaker gaat met dingen die je heel erg graag wilt: je doet ze niet. Odaiko’s, zoals de grote Japanse drums heten, zijn buiten Japan zeldzaam, en Circle Percussion was toen al ‘big’. Daar stap je niet zomaar op af, ik niet in elk geval.
         Ik hoefde dus niet na te denken toen Peter belde met de vraag of ik hem wilde helpen deze workshop te organiseren. En ik was de eerste inschrijver. Nu ik 61 ben, laat ik zo’n buitenkansje niet meer lopen. Bovendien een mooie gelegenheid om er anderen mee kennis te laten maken, onder de vakkundige begeleiding van een van de mannen van Circle Percussion, Gijs Zwart. Net zo min als de acht andere deelnemers weet ik wat we vanmiddag gaan doen – Peter heeft dat in samenspraak met Gijs geregeld en zorgvuldig geheim gehouden. Ik kan alleen maar hopen dat we echt op die grote trom mogen slaan.

Eenwording met een trommel

Slaan
BOEM… BOEM… het komt achter ons vandaan, enigszins gedempt maar onmiskenbaar: de Grote Trom. Gijs is er, en we kunnen naar binnen. Achter in een grote bedrijfshal komen we via een onopvallende deur in de workshopruimte. Deze is in zijn geheel behangen met zware zwarte velours gordijnen, er staan planten, zitbanken, een koffie-apparaat en rijen, rijen trommels. In alle soorten en maten. In het midden een cirkel van Japanse trommels. Daarachter: die enorme Odaiko, nu stil en indrukwekkend. We zijn gearriveerd in trommelnirwana.
         Terwijl de deelnemers binnendruppelen, zie ik hoe Gijs ons waarneemt. Zwijgzaam, oplettend, aanwezig. Behalve Peter heeft niemand van ons dit eerder gedaan, al zijn er bij die muziek beoefenen. Na de koffie gaan we aan de slag, ieder op een zelfgekozen trommel in de kring. De stemming zit er al snel in. In no time leert Gijs ons de drie basisbeginselen van het taiko drummen: eenvoud, toewijding en samenspel. Zijn instructies zijn kort en to the point en verder is het recept simpel: slaan! Een kind kan de was doen. In verbluffend tempo en met veel humor helpt hij ons door onze initiële drumbubbels heen; ook het ‘goed voelen’ komt eraan te pas. Voor we het goed en wel doorhebben, klinkt er muziek. Mijn spannendste moment komt als we om de beurt moeten improviseren op onze trom. Waar ik tot dat moment met veel lol Gijs’ instructies heb opgevolgd, slaat nu de spanning toe.
Improviseren… mijn grootste muziekbubbel, sinds mijn veertiende. En ik ben na Gijs ook nog als eerste aan de beurt. Het zweet breekt me uit, maar terwijl Gijs zijn roffel doet heb ik net voldoende tijd om het toewijdingsprincipe toe te passen: hoe dan ook, ik ga op die trommel slaan! En dat gebeurt. Mijn handen doen iets. Ik ben tevreden dat het gelukt is en luister in ver- en bewondering naar de anderen. Het is een prachtige oefening. Aan het einde van het rondje neem ik me voor: ik ga die improvisatiebubbel vanmiddag helemaal aan gort slaan.

Groots
Na een korte pauze mogen we een voor een naar de Odaiko. Een ware bewustzijnsoefening. Want Odaiko-san voelt groots en imponeert zodra je ervoor komt te staan. Gijs begeleidt ieder naar behoefte in alle rust en aandacht naar het moment dat er geslagen kan worden. Het is bijzonder om te zien hoe verschillend de deelnemers reageren op de ontmoeting met de Grote Trom: ontzag, respect, vreugde, ontroering – het komt allemaal voorbij. Ik zie en voel de een na de ander in contact komen met die immense trommel die bij elke slag resoneert in mijn hele lijf. De spanning van mijn verlangen om op deze drum te slaan doet zich steeds meer gelden en ik vraag me nog af of het ook niet vervuld zou kunnen worden. Kan ik hier blijven zitten, mijn beurt voorbij laten gaan? Geen sprake van, en ik sta op.
         Pas als ik op de kruk voor de trommel zit, kijk ik op, nieuwsgierig naar het effect van de drum op mij. ‘Daar ben je dan’, hoor ik mezelf zeggen. Het enorme vel lijkt wel een spiegel. Ik voel me uitgenodigd. Van de opwinding van zojuist geen spoor, alleen dat diepe verlangen om te drummen op dit machtige instrument. En de resonantie van die andere Circle Percussionist die ik op YouTube een solo van twaalf minuten heb zien slaan. Hoe zou het zijn, die eerste slag? Hoe zou het zijn, twaalf minuten slaan? Twaalf minuten improviseren, want ik ken de Japanse beats niet...
Gijs wenst me succes, en met de stokken in mijn handen loop ik de paar passen die me scheiden van de vervulling van mijn dertigjarig verlangen. Goed voelen, voeten in de grond, energie in hara. De eerste slag voelt volstrekt nieuw én vertrouwd. Volledig bewust van de anderen die toekijken, de tijd die ik neem, mijn gebrek aan techniek, de reacties in mijn lijf, ga ik los op Odaiko.

Vrij
Sommige verlangens moeten echt vervuld worden. Er was een Odaiko voor nodig om mijn improvisatiebubbel tot moes te kunnen slaan. Om terug te kunnen komen bij het basale plezier van vrijuit spelen, zonder te hoeven voldoen aan welke verwachting dan ook – zelfs niet die van mezelf. ‘De Japanners zeggen over Odaiko: het is een stuk hout met een paar koeienvellen’, zegt Gijs, ‘wat hem bijzonder maakt zijn de zielen die erop spelen.’ ‘Dat zijn veel zielen geweest’, reageert Cora. Gijs knikt.

Eenwording met een trommel

We sluiten af met samenspel op Odaiko. Want die heeft twee kanten die bespeeld kunnen worden, en Gijs gunt ons de bijzondere ervaring van de resonanties van het vraag- en antwoordspel tussen twee spelers. En weer hoor ik met mijn hele lichaam, en verwonderd wat er in zo korte tijd aan muziek ontstaat. Wie er ook staan aan weerskanten van Odaiko, ieder vindt zijn ritme, haar klankkleur, in dit samen spelen.

‘Kan dit nu van je bucketlist?’, vraagt een van de deelnemers als we afscheid nemen. Nee, besef ik, dit is niet klaar. De drum heeft een snaar geraakt die lang niet heeft kunnen klinken. Dit reikt verder dan muziek maken en mag verder worden onderzocht. In ieder geval lijkt het me mooi om in workshops als deze meer mensen in contact te laten komen met de bezieling die wordt opgeroepen door een van de oudste instrumenten die de mensheid kent.

Foto’s: Peter Rumpf