De weg van de marathon

Zen en marathon



In een overmoedige bui schreef Rob Meijer zich in voor de zomersesshin. Zijn ervaringen waren fantastisch en ook surrealistisch. ‘Ik begreep niet veel van de rituelen die we uitvoerden, en tegelijk voelde ik een sterke verbindingen met de andere deelnemers en voelde ik een voor mij onbekende energie stromen.’

Rob Meijer, Zen.nl Den Haag

Via mijn werk volgde ik in 2003 een driedaagse bedrijfscursus zen bij Rients in Utrecht. Ik kan niet goed terughalen waarom ik daaraan begon. Wel weet ik dat ik vanaf de puberteit problemen had met inslapen. Mogelijk was dat voor mij de trigger. Misschien was ik ook op zoek naar meer rust in mijn hectische leven met twee jonge kinderen en een fulltime baan. Op die cursus kregen we een meditatiekussen. Ik ben trouw elke avond vijftien minuten gaan mediteren. Omdat ik snel resultaat merkte – ik sliep beter in – heb ik die discipline jaren zelfstandig (zonder zengroep) kunnen volhouden.

In 2013 kwam de klad in mijn solistische zenpraktijk en leek de energie weg te lekken. Ik heb me toen in het voorjaar van 2014 aangesloten bij zen.nl Scheveningen in een poging weer de spirit en diepgang te ervaren van de eerste jaren. Ik was ondertussen van baan veranderd (na achttien jaar IBM) en zat niet lekker in mijn vel. Ik voelde me somber, was de hele dag hongerig en had het koud. Nog maar weinig dingen bezorgden me plezier en ik was er niet helemaal bij. Hoewel ik toen al twintig jaar ervaring had met het lopen van halve marathons, hield ik me krampachtig en dwangmatig vast aan de zelfopgelegde trainingsschema’s. Het plezier in hardlopen en het contact met mijn lichaam was ik kwijt. Mijn eigen diagnose luidde dat ik overtraind was.
         Ondanks dat ik al stond ingeschreven voor de CPC (de halve marathon van Den Haag) en daar maanden voor had getraind, besloot ik een paar weken van tevoren dat jaar deze halve marathon niet te lopen en te stoppen met trainen. Op weg naar een stille zondag van zen.nl Scheveningen (op dezelfde dag dat de CPC was) zei mijn vrouw: ‘Waarom loop je vanmiddag niet de CPC voor je plezier en op je gemak, zonder schema, hartslagmeter et cetera?’ Tijdens de vier meditatiesessies van de stille zondag heb ik besloten dat te doen. Het was een fijne ervaring, toch heeft het toen nog drie jaar geduurd, voordat ik weer een halve en zelfs een hele marathon heb gelopen.

Rechtop
In het najaar van 2014 ging ik naar de sesshin in Lochem. Al op de eerste dag kwam iemand van de staf naar mij toe om te vragen of het wel goed met mij ging. Ik zat blijkbaar enorm krom op mijn kussen. Ook Rients besteedde hier dagelijks aandacht aan in het persoonlijk onderhoud. Hij ging mij ‘rechtop Rob’ noemen. Ik ben de hele week bezig geweest om weer rechtop te gaan zitten. Bij het ontbijt na afloop van de sesshin kwam de deelnemer die tegenover mij had gezeten me vertellen dat ze had genoten van mijn transformatie. Van een krom zittend hoopje ellende naar iemand met energie en een rechte rug. Ook een van mijn kinderen (elf jaar) benoemde bij mijn thuiskomst letterlijk, dat ik veel rechter zat en liep. Ook overdrachtelijk hield ik privé en op mijn werk vaker mijn rug recht. Voor mij is dit een duidelijk voorbeeld van de eenheid van lichaam en geest. Na deze sesshin stond ik weer stevig en met meer plezier in het leven. De fysieke transformatie ging gelijk op met het afsluiten van een vervelende periode en gaf me de energie om nieuwe zaken op te pakken. Zo ging ik eindelijk eens een hele marathon lopen, iets wat ik altijd al had gewild, maar nooit had gedurfd, omdat ik opzag tegen de vele uren training die ik dacht daarvoor nodig te hebben.
         In plaats van meer ben ik juist minder gaan trainen, maar met meer aandacht. Kortere afstanden met aandacht voor mijn lichaam en de omgeving. Ik liep intensiever. Mijn favoriete trainingen waren ‘s ochtends bij zonsopkomst op het strand en door de duinen, zo nu en dan afgewisseld met een duik in de ijskoude zee.

Marathon
Afgelopen voorjaar liep ik voor de tweede keer de Marathon van Rotterdam. Het was weer een prachtige ervaring. Afzien en geluksmomenten wisselde elkaar af. Door mijn positieve afloopverwachting was er voldoende aanmaak van endorfinen. Dat was al voelbaar voor de start toen Lee Towers met zijn gouden microfoon in een hoogwerker boven het startvak samen met duizenden lopers You never walk alone zong. Andere kippenvelmomenten beleefde ik als onbekende mensen langs de route mijn naam riepen om me aan te moedigen of het koor van oude dames in leren jassen dat een nummer van Coldplay zong. Ook de DJ die midden in Crooswijk het nummer Bloed, zweet en tranen draaide toverde een glimlach op mijn gezicht.
         Met nog tien kilometer te gaan nam de positieve afloopverwachting af en de stress toe. Links en rechts zag ik lopers uitvallen. Alles in mijn lichaam deed pijn. Negatieve gedachten staken de kop op. Waarom doe ik dit? Is dit leuk? Het is te warm. Als ik maar geen kramp krijg. Weer geen PR. Ik ben hier te oud voor. Dit is voor mannen in een midlifecrisis die geen motor durven rijden. Dit is echt de laatste keer.
         Zo nam ik de laatste bocht naar de Coolsingel. Tussen de duizenden toeschouwers zag ik mijn vrouw en twee kinderen staan. Ze stonden te juichen. In het voorbijgaan gaf ik ze een high five. Mijn spieren zaten vol melkzuur, mijn ogen vol tranen van ontroering. Nooit voelde ik me meer verbonden met mijn gezin dan op dat moment. Ik rechtte nog eenmaal mijn rug, voelde me een met de andere lopers, de stad Rotterdam en de duizenden toeschouwers langs de kant, en ik zweefde de laatste honderd meter naar de finish.

Volgend jaar loop ik weer!