De pijn van loslaten
Dit essay werd geschreven als onderdeel en ter afronding van de opleiding tot zenleraar bij Zen.nl.
Onno de Maar
Het was in de zomer van 2013 dat Mariska belde met de vraag: 'Kun je me helpen met flyeren? Dan kan ik korting krijgen op een cursus die ik doe'. Ik zat in die tijd zonder werk en had tijd genoeg, dus ik zei meteen ja. Toen ik een aantal dagen later een stapel flyers in handen kreeg, las ik op de achterkant over het boek
Leer denken wat je wilt denken van
Rients Ritskes. Ik leende het boek bij de bibliotheek en al lezend drong langzaam tot me door: dit komt me bekend voor. Ik herinnerde me opeens dat ik ongeveer tien jaar eerder uit nieuwsgierigheid een boek over boeddhisme uit de bibliotheek had gehaald. Ik had het met toenemende belangstelling gelezen. Gek genoeg was me weinig bijgebleven van het boek, niet eens de titel of de auteur. Wel stond me nog scherp voor de geest dat ik, toen ik het boek uit had, bij mezelf dacht: als er iets is wat ik moet loslaten, dan is het wel saxofoonspelen.
Mijn conservatoriumtijd
Tijdens mijn studie saxofoon aan het conservatorium trad ik veel op, vooral in Nederland, maar regelmatig ook in het buitenland, in Frankrijk met name. Het was een mooie, avontuurlijke tijd waar ik met plezier op terugkijk.
Maar geleidelijk aan kreeg ik steeds meer lichamelijke klachten: pijn in mijn nek, schouders of rug. Bovendien merkte ik dat de piep in mijn oren die ik vaak had na het studeren, repeteren of optreden niet meer overging. Normaal gesproken verdween deze piep na een paar dagen vanzelf. Dit alles deprimeerde mij zodanig, dat ik zelfs overwoog om met de opleiding te stoppen. Het beeld dat ik had van mijn toekomst in de muziek was: afgestompt en doof voor mijn veertigste. Mijn vader zei echter: ‘Maak een keer een opleiding af’. Het was al de derde opleiding die ik deed. Daar kon ik weinig tegenin brengen, en daarom volgde ik zijn advies maar op. In 1997 studeerde ik af. Dat ik mijn conservatoriumopleiding had afgemaakt, had zeker voordelen, merkte ik later toen ik ging solliciteren in het bedrijfsleven.
Tweesporenbeleid
Je brood verdienen met muziek was knap lastig, dat was me wel duidelijk geworden na de boeken die ik had gelezen over beroemde jazzmuzikanten die nog geen nagel hadden om aan hun kont te krabben. Saxofoonles geven trok me ook niet echt. Het leek me daarom verstandig om de muziek als hobby te houden, naast een 'gewone' baan. Een soort tweesporenbeleid, zoals ik dat zelf noemde. In retrospectief kun je het als een 'middenweg' beschouwen, als je het vanuit een boeddhistisch oogpunt bekijkt.
Ideaal werk dat ik parttime kon doen lag echter niet voor het oprapen. Ik was op zoek geweest naar werk in muziekstudio's, maar de sector had het moeilijk als gevolg van de teruglopende cd-verkoop. Na een periode van twee jaar in de WW dreigde ik in 2005 in de bijstand te komen. Omdat ik dat wilde voorkomen, dacht ik: als ik niet het werk kan krijgen dat ik wil, dan kan ik beter het werk gaan doen dat ik kan krijgen. Zodoende ging ik als uitzendkracht aan de slag bij een internetprovider. In mijn vrije tijd was ik bezig in mijn
home studio.
Terug naar 2013. Ik las het boek
Leer denken wat je wilt denken en ik realiseerde me dat ik sinds 2003 veel beter in mijn vel was komen te zitten. Eigenlijk sloot de levensopvatting die Rients in dat boek beschrijft haast naadloos aan bij de manier van leven die ik sinds tien jaar had. Ik was dus onbewust behoorlijk beïnvloed door het boek over boeddhisme dat ik in 2003 had gelezen. Het gaf me destijds de bevestiging die ik zocht om het saxofoonspelen los te laten en hielp me te veranderen, in positieve zin. Want ik was sindsdien een heel stuk gelukkiger geworden.
Wel duurde het jaren voordat ik van het schuldgevoel af was als ik niet saxofoon gestudeerd had. Ik zag in dat het een fase was waar ik doorheen moest en gaf mezelf de tijd om aan het idee te wennen dat ik het niet aan mezelf verplicht was saxofoon te studeren. Het loslaten van de saxofoon gaf me tijd en energie om andere dingen te doen. Het lezen van literatuur en non-fictie groeide uit tot een geliefde tijdsbesteding. Ik ontdekte wandelen als ultieme vorm de natuur te beleven en tot mijzelf te komen. Ook ging ik salsadansen. Dit bracht een nieuwe, actieve manier van uitgaan met zich mee en het bleek een goede manier om mijn verstandhouding met vrouwen te verbeteren en mijn relatieve onervarenheid op dit vlak achter mij te laten. Dat was goed voor mijn zelfvertrouwen. In de jaren dat ik met steeds meer pijnklachten liep, was de liefde geleidelijk aan steeds verder buiten beeld geraakt.
Het loslaten van zelfkwelling
Onder het kopje 'Het lijden loslaten' in
Leer denken wat je wilt denken geeft
Rients uitleg over de vier edele waarheden. Voor mij was dit 'het lijden loslaten' eigen vrij letterlijk wat er gebeurde toen ik in staat was het saxofoonspelen los te laten; ik liet feitelijk mijn zelfkwelling los. Het was nodig om mentaal en fysiek te kunnen herstellen en een meer heilzame manier van leven te ontwikkelen.
Dat ik het saxofoonspelen losliet, betekende niet dat ik het muziekmaken helemaal liet vallen. In tegendeel, er brak een periode aan waarin ik het musiceren herontdekte. Ik ging met vrienden aan de slag om onze eigen muziek op te nemen, ook ging ik componeren en cd's produceren. Met het opnemen in mijn home studio op zolder was het creatieve aspect van muziekmaken nog veel sterker. Het gaf me het gevoel dat ik de muziek nog meer naar me toe kon trekken. Die zelfverwezenlijking wekte euforie bij me op, want ik droomde er al sinds mijn middelbareschooltijd van zelf muziek op te nemen en te produceren. Mijn fascinatie gold puur de uiting van de creatieve muzikale inspiratie, niet zozeer het geld dat ik ermee kon verdienen.
Doelgerichte zen: doelen stellen
In 2013 vond ik het tijd om een cd te maken met een tenorsax in de hoofdrol, want met dit idee liep ik al jaren rond. In die periode was ik in navolging van Mariska ook begonnen met een cursus zenmeditatie. Tijdens een van de eerste lessen kregen we als huiswerksuggestie mee: je eigen doelen stellen. Deze 'doelgerichte zen' zoals Rients het noemt, betekende voor mij dat de cd met een centrale rol voor tenorsax, prioriteit nummer 1 werd. Ik had zelf intussen al ervaren dat parttime werken en daarnaast aan muziek werken een behoorlijke opgave was. Prioriteiten stellen was cruciaal, wilde ik erin slagen dit muziekproject in mijn vrije tijd te volbrengen. Het werd me in deze cursus nog duidelijker dat ik net zoals veel mensen ook alles wilde. Maar als je alles wilt, kom je tot niks, concludeerde ik. De betekenis van de uitdrukking
less is more is in deze context belangrijk voor mij, want hoe minder doelen jezelf stelt, hoe beter. Andersom geldt ook: hoe meer doelen je hebt, hoe moeilijker het wordt die doelen te realiseren. Het wordt ook gemakkelijker om keuzes te maken als je weinig doelen hebt. Als je dan twijfelt over een keuze is de vraag: helpt dit bij het doel dat ik mijzelf gesteld heb? Deze vraag was voor mij voldoende om heel veel dingen te laten. Daardoor lukte het mij om binnen de gestelde termijn mijn projecten te voltooien. Als je je prioriteiten echt verinnerlijkt hebt, hoef je er niet continu bewust mee bezig te zijn, je kunt het loslaten. Bijna vanzelf maak je dan keuzes die passen bij de doelen die je hebt.
Loslaten en het creatieve proces
In een
creatief proces kom je heel vaak op een punt dat je vastloopt. Dat is precies het moment om het tijdelijk los te laten. Wie een nummer gaat schrijven, heeft het eerste gedeelte vaak snel gevonden. Maar hoe moet het verder? Geen idee? Laat het los en begin aan iets anders, is mijn suggestie. Pak het na verloop van tijd weer op, na een week bijvoorbeeld. Met een frisse blik – of in dit geval met frisse oren – kun je vaak helder vaststellen wat er nodig is. Het cultiveren van een
beginners mind, luisteren alsof je het voor het eerst hoort, is dan de oefening vanuit zenperspectief. Niet ieder idee zal een muziekstuk worden. Waar het om gaat is een intuïtie te ontwikkelen voor welk idee in de kiem iets heeft, en welk idee niet. Vaak is er veel tijd en energie nodig om van een idee een leuk of goed nummer te maken, dat vereist volharding, of zelfs afzien.
Vanuit zenperspectief is afzien het zelf gekozen lijden. In het creatieve proces is het veelal een wisselwerking tussen inspiratie en transpiratie. Het ene moment heb je een idee, een volgend moment loop je vast en wordt het ploeteren. De aandacht en toewijding die je kunt opbrengen zal tot een goed resultaat leiden als je in staat bent op
het juiste moment de juiste keuze te maken. Dat gaat op intuïtie. Dit klinkt misschien mooi, maar de keerzijde is dat veel halve nummers de eindstreep niet halen. Soms kan een idee gedeeltelijk bruikbaar zijn voor een ander nummer. Blijkt dat ook niet het geval, dan is het beter om dit te accepteren en het helemaal los te laten.
In het dagelijkse leven is loslaten ook van belang. Zelf heb ik de neiging om veel te lang met dingen door te gaan. Te lang aan één stuk door saxofoon studeren en te lang achter de computer zitten bijvoorbeeld. Nog even dit af maken, denk je dan bij jezelf, waardoor je een pauze steeds weer uitstelt. Dit ongezonde gedrag is waarschijnlijk mede de oorzaak van mijn rsi-klachten en pijn in mijn rug in mijn conservatoriumtijd. Tijdens de opleiding werd niet veel aandacht geschonken aan
de kunst van het studeren.
Dat studeren met pauzes veel effectiever en gezonder is, wordt bevestigd door het artikel 'Met een pauze reset je je hersenen' (NRC 7/10/2017). De positieve werking van micropauzes van (2 tot 5 minuten) staat volgens neurowetenschapper Marcia Goddard vast. ‘Sterker nog: er is wat mij betreft geen enkele goede reden om langer dan een uur te werken zónder pauze’, aldus Goddard. Voor uitzendorganisatie YoungCapital geeft zij trainingen over burn-outpreventie. De kern van haar verhaal: neem regelmatig rustmomenten. ‘Onze hersenen hebben een aandachtspanne van ongeveer veertig minuten, onafhankelijk van opleidingsniveau en IQ. Daarna schakelt het brein een tandje terug en verliezen we focus, wat het werk niet ten goede komt. Door te pauzeren reset je de hersenen. Hoe dat werkt? Wanneer we lang doorwerken, putten we het deel van onze hersenen uit dat ervoor zorgt dat we kritisch en creatief nadenken en problemen kunnen oplossen, legt Goddard uit. ‘Het voorste deel van je hersenen verbindt je inzichten en ideeën aan elkaar. Alle indrukken die je opdoet, hopen zich als het ware op. Pas op het moment dat je pauze neemt en ontspant, krijgen je hersenen de tijd alles op een rijtje te zetten en nieuwe, creatieve verbanden te leggen.’
Loslaten en de prestatiemaatschappij
In mijn conservatoriumtijd was ik ongeduldig en ergerde ik me aan veel dingen, al liet ik dat vaak niet merken. Ik was voor mijn gevoel succesvol in de muziek, ik werd veel gevraagd en kreeg vaak solo's. Daarin kon ik mijn energie en creativiteit kwijt. Het optreden gaf daarom meestal een enorme kick, een soort adrenalinestoot. Dit droeg waarschijnlijk bij aan mijn lichamelijke klachten. Ik herken veel van wat Rients schrijft over de verslaving aan adrenaline:
'Goed presteren en maatschappelijk succes vormen één kant van de medaille; de keerzijde is beduidend minder florissant. Adrenaline maakt namelijk niet alleen erg onrustig, het leidt tot een heel scala aan gezondheidsklachten. Op den duur treden er bij adrenalinejunkies allerlei stressverschijnselen op, variërend van hoofdpijn en maagzweren tot emotionele instabiliteit en hyperventilatie. Bovendien kruipt adrenaline in de spieren, wat een verkrampt gevoel geeft en constant wat trillerig maakt. En niet zelden roept adrenaline ernstige slaapklachten op, vaak de opmaat tot een zwaardere categorie gezondheidsklachten zoals een burn-out of hartproblemen.' (Leer denken wat je wilt denken, blz. 211)
Veel symptomen die
Rients noemt, heb ik in verschillende mate helaas zelf moeten ondervinden. Pas jaren na het afronden van het conservatorium en het loslaten van het idee om met muziek mijn brood te verdienen, kwam ik dankzij yoga en later zenmeditatie helemaal van mijn klachten af. Een periode van ongeveer tien jaar speelde ik niet of nauwelijks saxofoon. Daarna ben ik het saxofoonspelen weer beetje bij beetje gaan opbouwen. Sinds een jaar of vijf gebruik ik bijna altijd een sax-frame, waardoor de zware tenorsax niet aan mijn nek hangt, in mijn ervaring en vanuit ergonomisch oogpunt een flinke verbetering. Niet alleen blijkt meditatie goed te zijn voor mijn mentale conditie, ook fysiek blijkt mediteren heilzaam te werken: mijn rug wordt sterker en mijn houding beter. Niet voor niks wordt zazen (zittend mediteren) ook wel ruggengraattraining genoemd, in letterlijk opzicht en figuurlijk. Want tijdens zazen oefen ik mijn rug in een optimale balans tussen inspanning en ontspanning. Dat voel ik heel duidelijk in mijn rug, nek en schouders iedere keer als ik op het kussen zit. De klikjes tussen mijn wervels maken het effect hoorbaar.
In 2013 begon ik met de introductiecursus bij zen.nl. Uit nieuwsgierigheid begon ik meer boeken over zen te lezen.
De kunst van het loslaten, ondertitel van het onvolprezen boek
Zenboeddhisme van Michel Dijkstra gaf het vertrouwen dat ik op de goede weg was. Ook Karen Armstrong wijst in haar boek
Boeddha op het belang van loslaten:
'De boeddha drukte zijn leerlingen altijd op het hart dat zij zelf alles wat hij onderwees moesten toetsen aan hun eigen ervaringen en niets klakkeloos mochten aannemen. Een religieus idee kon maar al te gemakkelijk een waandenkbeeld worden, waaraan je je koste wat het kost vastklampte, terwijl het doel van de dhamma nu juist was mensen te helpen de dingen los te laten.
“Loslaten” is een van de sleutelbegrippen van de leer van de Boeddha. Een verlicht persoon zocht niet zijn toevlucht tot of hield vast aan de meest gezaghebbende instructies.' (Karen Armstrong, Boeddha, blz. 121)
'I am not a musician'
In oktober 2014 was ik op zoek naar ideeën voor mijn eigen website. Op de website van Herbie Hancock, een boeddhist én musicus die ik sinds jaar en dag zeer bewonder, las ik een tekst die mij zeer ontroerde:
'Practicing Buddhism has brought several revelations to me. One that has been extremely important to my own personal development and consequently my musical development — is the realization that I am not a musician. That’s not what I am. It’s what I do. What I am is a human being. Being a human being includes me being a musician. It includes my being a father, a husband, a neighbor, a citizen and an African-American. All of these relationships have to do with my existence on the planet.'
Later begreep ik waarom mij dit zo sterk emotioneerde. Dit citaat gaf mij namelijk plotseling helderheid over wat mij zo gekweld had in mijn conservatoriumtijd: ik identificeerde me veel te veel met het beroep musicus. Ik was me hier voorheen niet van bewust. Want ik ben niet enkel een musicus: ik speel verschillende rollen in het leven. Deze tekst van Herbie Hancock luchtte me enorm op.
Tot slot
Alles bijeen genomen kan ik zeggen dat ik veel heb gehad aan het inzicht dat ik dingen moet loslaten om verder te komen in het leven. Het lijkt of ik in staat ben mezelf als het ware opnieuw uit te vinden, want zo voelt het. Dat klinkt wat theatraal wellicht, maar daarmee vormt dit inzicht een mooie tegenhanger van de gedachte: ik ben nu eenmaal zo. Want die vormt een grote rem op iedere zelfontplooiing. De kunst van het loslaten is geen quick fix, die vergt vaak een lange adem. Maar voor mij heeft het loslaten uiteindelijk gewerkt als een breekijzer, om beter te gaan functioneren en veel gelukkiger te worden. Er was mij waarschijnlijk veel ellende bespaard gebleven als ik bovengenoemde inzichten over loslaten eerder had gehad. Daarom denk ik dat heel veel mensen gebaat zijn bij zenbeoefening. Het lijkt mij mooi om na de afronding van mijn opleiding tot zenleraar te gaan lesgeven, ook aan conservatoriumstudenten. Van de lessen die ik al heb gegeven, heb ik ervaren dat lesgeven veel leuker is dan ik dacht. Omdat je de materie aan anderen gaat uitleggen, ga je die nog beter doorgronden. Bovendien leer ik ook van de cursisten. En dat blijft toch een van de mooiste dingen van het leven: leren.