Vietnamgroep in crisis
Rients, Zen.nl
Schijn bedriegt, en dat is ook zo met de foto's van vorige en deze week in ZenActueel. De plaatjes zien er mooi uit en zouden de indruk kunnen wekken dat het op de zenstudiereis in Vietnam alleen maar leuk is, maar niets is minder waar. Het begon al op de eerste dag toen we te voet de diverse bezienswaardigheden in Hanoi zouden bezoeken. Het bleek al snel dat de gids die heel matig Engels sprak, heg nog steg wist in Hanoi. Op bijna elke kruising moest hij de weg vragen, en nog liepen we regelmatig verkeerd. Hanoi te voet verkennen is een belevenis op zich. Het is er ongelooflijk druk. Zelfs zo druk dat Parijs een rustige stad lijkt. De drukte van auto's wordt nog eens met een factor 3 verergerd door de miljoenen brommers en scooters die de stad 'rijk' is en waarvan bijna geen een elektrisch rijdt. De gevolgen voor de luchtkwaliteit laten zich raden. Oversteken doe je het beste zonder uit te kijken, maar wel langzaam. Alle verkeer zal zonder moeite om je heen suizen. Hoewel het echt prima werkt, blijft het voor eigen risico, maar een andere manier is niet veiliger, want door steeds met je ogen te checken of ze wel rekening met je houden, brengt iedereen in verwarring. Dat is dus niet de manier.
Hoe meer je uitkijkt, hoe meer iedereen gaat twijfelen en hoe lastiger het wordt. Oversteken wordt zo een oefening die goed past in het thema van de gevorderdengroepen,
proberen niet te proberen goed uit te kijken; en als dat lukt kun je eigenlijk zonder uit te kijken op elk moment gemakkelijk oversteken. Al met al functioneert deze enorme verkeerschaos toch ook redelijk probleemloos. In deze situatie moesten we door gebrek aan wegenkennis van onze gids regelmatig omlopen of in nauwe straatjes zelf hele stukken teruglopen, wat gezien de enorme drukte met een groep van 27 wandelaars geen sinecure is. En dat bij een luchtvochtigheid van 93 procent, 30 graden Celsius en smog - geen pretje! Ook de musea die we maandag bezochten, leek onze 'gids' voor het eerst van binnen te zien. Een pluspuntje: hij was heel aardig en deed zichtbaar zijn best er iets van te maken.
Gelukkig belde de Vietnamese touroperator om te vragen hoe het ging, en na uitleg over de kwaliteiten van de gids besloot hij om nog voor de volgende ochtend een andere te vinden. Dat is gelukt. Tom spreekt perfect Engels, kent Hanoi op zijn duimpje en vertelt op onderhoudende wijze wat we willen weten. Hij draagt Nike schoenen, heeft een Amerikaans accent en is duidelijk niet op erg communistisch, maar natuurlijk wel heel voorzichtig in zijn uitlatingen.
In twee dagen hebben we al wandelend, naast de oorlogsmusea echt de mooiste dingen van Hanoi gezien. Het ene maakte nog meer indruk dan het andere. De oudste Universiteit, gesticht in 1070, maakte heel veel indruk, evenals het Hanoi Art Museum. Naast de prachtige Boeddha en Boddhisatvabeelden is er op de derde etage van dit museum ook hedendaagse Vietnamese kunst die zeer de moeite waard is. We maken nog een paar boeiende excursies, naar een pottenbakkersdorp en een ander dorp waar de houten boeddhabeelden gemaakt worden. Ik laat me, door de aantrekkelijke prijs, verleiden tot de aanschaf van twee feniksen die op de rug van twee schildpadden staan. Ze zijn mooi en vooral de moeite waard om de symboliek. Ze staan voor de integratie van het intellect en het hemelse en de schildpadden natuurlijk voor een lang leven. Nu nog zien of we ze heel in Nederland krijgen, want ze zijn zo'n 60 cm hoog. Toch hield dat me de laatste dagen het minst bezig.
Concentratiekamp
We zijn aangekomen in het in de bergen gelegen kloostercomplex van vele hectares groot; als we zijn ingekwartierd begint de eerste sutra-ceremonie. Een beetje zoals we dat op onze
Zen.nl sesshins wel gewend zijn, alleen dan een groot gedeelte staande en even later verder op onze knieën. Gezien de harde ondergrond bepaald geen pretje; mij verantwoordelijk voelend voor de hele groep, ben ik elk moment bang dat iemand flauw zal vallen, maar dat gebeurt dan nog niet. Daarna even weer pauze, en dan begint het echte werk. Ze mediteren hier in de dagelijkse routine twee perioden van maar liefst anderhalf uur! In de ochtend van half vier tot vijf en in de avond van half acht tot negen. Anderhalf uur zonder onderbreking is voor de meeste mensen ?even wennen? en voor anderen godsonmogelijk. Ik voel me aan mijn status verplicht de hele perioden niet van been te verwisselen en om problemen te voorkomen heb ik iedereen verteld dat ze dat beslist niet na hoeven te doen. Sommigen hebben nog maar heel weinig ervaring en dat zou gemakkelijk verkeerd kunnen gaan. Rechts voor me - we zitten met het gezicht naar de muur - maakt iemand dankbaar gebruik van de aangegeven vrijheid en gaat er na drie kwartier uitgestrekt bij liggen. Hoewel ik die optie min of meer als grapje had genoemd, zeiden de monniken er niks van en mijn reisgenoot ging na tien minuten ook weer netjes zitten mediteren.
Even later gebeurde het. Met een harde klap viel iemand voorover op de grond, op zijn voorhoofd. Gelukkig ligt er een dunne laag vloerbedekking, waardoor hij alleen een buil op het voorhoofd en geen schaafwonden aan de val over hield, maar de schrik zat er goed in. De crisis was daar, en bijna iedereen had er wel deel aan, maar de een duidelijk meer dan de ander. Ander eten, ellenlange meditatiesessies, om drie uur 's ochtends op, het andere klimaat en bijna alleen maar Vietnamees om je heen dat je niet verstaat. En het enorme contrast met Hanoi, waar we zo genoten hadden van heerlijk eten en veel gezelligheid en een prima hotel.
Hier is het uitzicht wel veel mooier, maar een eigen slaapkamer hebben we niet. Slaapzaaltjes die de mannen met z'n vieren moeten delen. De vrouwen die aan de andere kant van het complex liggen, hebben het echter nog veel minder. Ze slapen in een donkere gang met hun vijftienen naast elkaar op nauwelijks bedekte houten kisten. Ratten en kakkerlakken verhogen de crisissfeer. De wc's bestaan uit vieze gaten in de grond waarbij je maar beter je eigen papier mee kunt nemen. Slapeloze nachten en obstipatie maken voor veel deelnemers de crisis compleet.
Hoewel van tevoren duidelijk was aangegeven dat niemand wist hoe we ontvangen zouden worden in het klooster, is de ontgoocheling enorm. De meesten voelen zich al met al na een dag helemaal gesloopt en zelf heb ik, waarschijnlijk door mijn koffieverslaving, een behoorlijke koppijn. De tweede nacht strompelt iedereen de ellenlange trappen op in de hoop iets beter te zullen slapen dan de eerste nacht en de volgende ochtend leek dat de meesten of misschien de helft van de groep gelukt te zijn. De zenmeester, van naar ik schat tachtig jaar, heeft ons een hart onder de riem gestoken en de rondleiding op de laatste dag over het enorm tempelcomplex was echt leuk, met veel fotomomenten waar hij alle tijd voor nam. Nog een paar keer worden we flink op de proef gesteld als de beste man twee uur de tijd neemt om onze vragen te beantwoorden, met lange antwoorden die de matige tolk niet begrijpt, laat staan kan vertalen. Natuurlijk weer twee uur in meditatiehouding. Morgen nog een keer om drie uur opstaan en dan zit het er op; dan vertrekken we naar Ba-Be.
Wanneer mensen ook nog, tegen de gemaakte afspraak in, steeds meer praten op de slaapzaal, wordt het een van de vrouwen te veel; ze besluit nog dezelfde nacht te vertrekken naar het dichtstbijzijnde motel. Dit blijkt nog een heel probleem, want het klooster is 's nachts niet per taxi te bereiken. Uiteindelijk komt ze per motortaxi alsnog van de berg af. De volgende dag zullen we haar weer oppikken.
Eenmaal vertrokken, is iedereen blij dat het verblijf in het klooster niet langer dan drie dagen en drie nachten heeft geduurd. Vooral de vrouwen hebben het onredelijk zwaar gehad en hoewel de monniken en nonnen ongelooflijk aardig waren, begrijpt niemand waarom ze geen andere slaapverblijven hebben gekregen, want die zijn er echt wel in de immense kloosters. Voor sommigen leek het meer op een concentratiekamp dan op een zenklooster, ook al is die vergelijking misschien ook weer wat aan de heftige kant.
In de volgende ZenActueel hoop ik te kunnen schrijven of deze crisis in het zenklooster ook iets heeft opgeleverd. Nu kijken we vooral uit naar ons verblijf in traditionele paalhuizen, een busrit van vijf uur noorderlijker dan waar het klooster ligt. Het zijn huizen diep in het oerwoud, gebouwd op palen boven de rijstvelden. Het belangrijkste voordeel ervan is dat deze huizen, doordat de wind er onderdoor kan waaien ook zonder airconditioning in de hete tropische zomers redelijk aangenaam blijven.
Inmiddels zijn we aangekomen en de eerste indrukken en foto's laten zien dat we hier waarschijnlijk goed bij kunnen komen van een indrukwekkende zenkloosterervaring.