Natuur en Wijsheid
Lilian van der Vaart, Zen.nl Eindhoven
Op de afgelopen zenleraren opleidingsdag gaf ik een inleiding over de natuur als inspiratiebron voor wijsheid. Het werd een zee van woorden, beelden en klanken: een poging om de aanwezigen mee te voeren op een odyssee, voorbij het denken, en hen iets te laten ervaren van waar het bij natuur en wijsheid om draait. Op verzoek van Rients probeer ik deze zee nu op papier te krijgen. Het voelt als een grote uitdaging die associatieve, meervoudige dimensionaliteit omgevormd te krijgen naar een geschreven, helder verhaal, zonder daarbij de essentie geweld aan te doen.
‘Dit is het landschap…’
Ik realiseer me dat ik met dit verzoek bovenop een forse bubbel zit. Een bubbel die me niet alleen jarenlang een
writer’s block heeft bezorgd, maar me überhaupt heeft belemmerd in mijn persoonlijke expressie. Die bubbel gaat niet zozeer over wat ik te melden heb, maar veeleer over hoe ik dat doe, kan doen. Dat er in mijn jongere jaren meerdere incidenten zijn geweest waarin ik het gevoel kreeg niet begrepen of zelfs veroordeeld te worden laat zich raden. Heel helder komt het dilemma naar voren bij een opstel voor Nederlands, op de middelbare school. We hadden altijd de keuze tussen twee thema’s en tussen verhalend of beschouwend schrijven. Ik had deze keer gekozen voor een verhaal bij een dichtregel van J.W. Schulte Nordholt: ‘Dit is het landschap waar ik mij verschuilen kan / als het leven mij naar het leven staat’. De regel triggerde een vakantieherinnering waarin ik precies dát had ervaren. We hadden één lesuur van vijftig minuten de tijd; toen de bel ging had ik anderhalve pagina over ‘Landschap’ vol geschreven. Ik kreeg er een 7- voor, wat beneden mijn normale niveau was. In de begeleidende reactie van mijn leraar op mijn opstel klinkt zijn én mijn frustratie door. Zijn toelichting op het cijfer, in het rood, luidt als volgt:
‘Jammer dat je niet verder gekomen bent dan LANDSCHAP….Ik weet wel dat de tijd die beschikbaar was te kort is om veel te schrijven, MAAR HOE MOET IK NOU EEN EERLIJK CIJFER GEVEN?? 7-”
Dat ik dit opstel al die jaren heb bewaard, is veelzeggend. Het krijgt eindelijk betekenis. Al op mijn zestiende worstelde ik met het dilemma waar mijn coach mij nu, op mijn zestigste, met zijn vraag opnieuw in zet: hoe maak je voor anderen een verhaal van iets dat eigenlijk alleen kan worden ervaren?
Een eerste ‘ommetje’
In de dichtregel van Schulte Nordholt lijkt een verlangen naar geborgenheid door te klinken dat ik lange tijd heb herkend, maar juist mijn eigen zoektocht naar wijsheid leert me dat het daar in het leven niet om gaat. En juist ‘natuur’ blijkt daarbij de grote inspiratiebron. De natuur om ons heen biedt in haar voortdurende verandering alles behalve geborgenheid, en in haar absolute onverschilligheid ten aanzien van het menselijk lot vormt ze een perfecte spiegel: ze be- of veroordeelt niets van wat wij doen. Dat laatste maakt het heel gemakkelijk om in de natuur een gevoel van eenheid te ervaren. En misschien doelt Schulte Nordholt daar ook wel op.
Wanneer we op onze wandeling in de bossen echter ineens een wild dier tegenkomen, of aan zee plotsklaps de ‘waterwolf’ zich grommend op het strand uitstort blijft er van het eenheidsgevoel weinig meer over. Dat gevaar willen we uitsluiten met hekken en dijken, en als ons dat lukt, verleren we ermee te leven. In Hokkaido in het hoge noorden van Japan zien we een ander beeld: daar leven mensen en beren naast elkaar en laten elkaar de ruimte – omdat, en zo lang, de vissers een deel van de visvangst laten liggen voor de beren.
Reizen en weven
Voor deze korte impressie van het samenspel tussen natuur en wijsheid, een eerste ‘ommetje’, put ik uit de bron van mijn eigen herinnering en kennis. Hoewel mijn ‘persoonlijke landschap’ zeker meer inspiratie biedt voor mijn lezing, kan die exploratie naar de aard van natuur en de aard van wijsheid niet volstaan met wat ik zelf in huis heb. Dat wordt een zoektocht naar meer en andere bronnen. Als een moderne Odysseus surf ik op internet, op zoek naar wat bijvoorbeeld filosofen door de eeuwen heen over natuur en wijsheid te melden hadden. Het wordt een interessante ontdekkingstocht, vol vondsten die soms bekend, soms onbekend zijn. De metafoor van de ‘odyssee’ blijkt een vruchtbare, die bijdraagt aan de vorm van de lezing en zich letterlijk en figuurlijk goed laat verbeelden. Zo vormt Kaváfis’ gedicht Ithaka al snel een soort rode draad in het verhaal, die laat zien dat ook in poëzie een diepe wijsheid kan worden uitgedrukt.
Ithaka – Kafávis
Als je op je tocht naar Ithaka vertrekt,
Smeek dat je weg heel lang mag zijn,
vol avonturen, vol ervaring.
De Laestrygonen en de Cyclopen,
en de toornige Poseidon moet je niet vrezen;
zulke wezens zul je nooit vinden op de weg,
als je denken hoog blijft, als een uitgelezen
bewogenheid je lichaam en je geest bezielt.
De Lastrygonen en de Cyclopen,
de woeste Poseidon zul je niet ontmoeten,
als je ze niet met je meedraagt in je ziel,
als je ziel ze niet voor je ogen plaatst.
Smeek dat je weg heel lang mag zijn.
Dat er vele zomerse morgens zullen zijn
waarop je, met wat een voldoening, wat een vreugde
zult binnengaan in voor het eerst aanschouwde havens;
en dat je moogt vertoeven in Phoenicische stapelplaatsen,
en daar goede waren kopen kunt,
parelmoer en koralen, amber en ebbehout,
en zinnestrelende parfums van elke soort,
zo overvloedig als je kunt zinnestrelende parfums;
en dat je naar veel steden in Egypte gaan moogt
om te leren en te leren van de wijzen.
Houd altijd Ithaka in je gedachten.
Daar aan te komen is je bestemming.
Maar overhaast de reis volstrekt niet.
Beter dat die vele jaren duren zal,
en dat je, oud al, landen zult op het eiland,
rijk met alles wat je onderweg hebt gewonnen,
niet verwachtend dat Ithaka je rijkdom geven zal.
Ithaka gaf je de mooie reis.
Zonder dat eiland was je niet op weg gegaan.
Verder heeft het je niets meer te geven.
En als je het armelijk vindt, Ithaka misleidde je niet.
Zo wijs als je bent geworden, met zoveel ervaring,
zul je al begrepen hebben wat Ithaka's betekenen.
Vertaling: G.H. Blanken, Athenaeum- Polak & Van Gennep, Amsterdam 1984
Surfend en lezend in boeken die op mijn pad komen, ontspint zich gaandeweg een verhaal dat niet alleen een reis is, maar ook een weefwerk waarin tal van thema’s zich vervlechten. Natuur en wijsheid in het oosterse en westerse denken, bij mannelijke en vrouwelijke denkers; natuur en cultuur, buiten en binnen ons, duaal en non-duaal, contrair en complementair, overheersend en samenwerkend, eenheid en veelheid, confrontatie en harmonie. Een eindeloze hoeveelheid beelden die het universele in de diverse uitdrukkingsvormen tonen.
De zeilen gehesen
Ik ben met dit verhaal maar net van wal gestoken, en in feite niet veel verder dan indertijd met mijn opstel op de middelbare school. De zeilen zijn gehesen, de koers is bepaald. Gelukkig heb ik van de redactie de tijd en ruimte gekregen om mijn reis in een korte serie artikelen te verslaan. Op die manier kan ik zowel recht doen aan wat ik op die reis ben tegengekomen als aan hoe die vondsten in elkaar grijpen als de draden in een kleurrijk weefsel. Het volgende artikel kiest volle zee, Odysseus achterna (deel 2 volgt over twee weken).