Ik moet...



stop moeten

Britt Planken, Zen.nl Rotterdam

Ik moet eerst twee keer per dag mediteren.
Ik moet een Stille Zondag hebben meegemaakt.
Ik moet meer bezig zijn met zen.


Dat waren de voorwaarden die ik mijzelf had gesteld om op sesshin te mogen gaan. Ik houd nogal van regeltjes en schets behoorlijk wat denkbeeldige kaders. Op een avond wees mijn zenleraar Bernadette mij op een weekendsesshin in Epe. ‘Is dat niets voor jou?’, vroeg ze. Ik op weekendsesshin? Dat kon toch helemaal niet! Automatisch lepelde ik mijn tegenargumenten op.

Een week later viel mijn oog toch weer op de poster en dacht ik: waarom eigenlijk niet? Waarom zou ik aan zelfbedachte regels moeten voldoen, voordat ik een sesshin mag meemaken? Is dat niet juist een stap in het loslaten van ‘moeten’?! Het idee spookte een week lang door mijn lijf. Ik was er in mijn hoofd mee bezig en kreeg een vreemd, positief gevoel in mijn buik als ik eraan dacht. Op een ochtend werd ik wakker en schreef ik mij in. Het was geen opwelling, het was een besluit.
         Vrijdag 21 april reed ik vol verwachtingen naar Epe. Op de parkeerplaats kwam ik er al achter dat ik die verwachtingen beter had kunnen loslaten. Een jongen knoopte een praatje aan. Dat ging in mijn hoofd tegen de stilteregel in en ik voelde me er niet goed bij, maar ik kon hem toch moeilijk negeren. Tot mijn stomme verbazing begroette Arjan ons ook. Blijkbaar was er nog geen zwijgplicht.
         Toen Arjan tijdens de introductiebijeenkomst de regels opsomde, barstte ik bijna in tranen uit. Voordat ik mij inschreef, had ik nog specifiek aan een andere zenleraar gevraagd of ik mocht roken, en hij zei dat het in de pauzes wel zou kunnen. Maar roken was verboden. Daar had ik mij niet op ingesteld en ik raakte in paniek. Gelukkig mocht ik van Lilian en Arjan buiten het zicht van de anderen toch mijn sigaretje opsteken. Een hele opluchting. Achteraf ben ik die zenleraar dankbaar dat hij mij niets had verteld, anders was ik nooit op weekendsesshin gegaan.
         De eerste dag verliep prima. Dat de planning al was uitgestippeld voelde als een bevrijding. Ik had geen gedachten meer over dagelijkse ‘moetjes’ en mediteerde op de mantra ‘wat is eenvoud?’, het thema van de weekendsesshin. De eerste avond ging ik voldaan naar bed, maar mijn kamergenoot snurkte… Het delen van een kamer leek me een extra uitdaging om de stilte te bewaren, maar toen ik boekte was ik even vergeten hoe gevoelig ik ben voor geluidsprikkels. Een leermoment: gebruik je zelfkennis.

De eerste meditaties op zaterdag waren vooral een gevecht tegen de slaap. Ik dacht: dit komt niet meer goed, de hele weekendsesshin is verpest. Onzin natuurlijk, want ’s middags voelde ik me weer top en ’s avonds zelfs ontzettend scherp. Na het ontbijt ging ik roken en de jongen van de parkeerplaats liep met mij mee. Tot mijn schrik begon hij weer tegen me te praten. Ik wilde de niet-spreken-regel niet breken, maar besloot toch om het gesprek aan te gaan. We liepen een stukje en deelden onze ervaringen. Daar knapte ik behoorlijk van op.
         Iedere pauze slopen we weg om even te kletsen. We leerden elkaar kennen op een bijzondere manier. Al snel begreep ik waarom spreken wordt afgeraden. Hij bleek te mediteren om iets te verwerken waar ik niet eens aan kon denken.

Ik werd geconfronteerd met mijn grootste bubbel: de dood. Hij was nog geen dertig, had zijn vrouw verloren en bleef achter met een baby. Tijdens de meditaties kon ik aan niets anders denken. En dan zat hij ook nog eens naast me! Ik voelde me extra schuldig over het breken van de regel, tot ik inzag dat ik het ook als iets waardevols kon zien. Doordat hij zijn verhaal met mij had gedeeld, ging ik voor het eerst echt aan de slag met mijn bubbel.

Het weekend vloog voorbij. Ik genoot van de schoonheid van de omgeving en de ruimte in mijn hoofd. De teisho’s over eenvoud waren ontzettend inspirerend. Ik ben nogal druk en chaotisch, wat terug te zien is in mijn huis. De wc, woonkamer, voordeur… Alles had ik volgeplakt met kreten, plaatjes en stickers. Overdadig. Lilian liet mij inzien dat het vertalen van innerlijke onrust naar de ruimte om mij heen juist voor nog meer onrust kan zorgen. Omgekeerd kan een rustige omgeving rustgevend werken. Het klinkt zo logisch, maar ik had er nooit aan gedacht. Ik was vastgeroest in mijn definitie van eenvoud: saai. Nu begrijp ik dat ik een beetje bang ben voor leegte of eenvoud en mij er daardoor niet mee durfde te identificeren. Omdat ik toch moet verhuizen, heb ik mij voorgenomen mijn volgende woning eenvoudiger in te richten.
         De weekendsesshin duurde nog geen drie dagen, maar heeft veel voor mij betekend. Ik mediteer nog steeds niet twee keer per dag. Ik heb de Stille Zondagen nog steeds overgeslagen. En toch is er iets veranderd. Ik ben geduldiger, rustiger en merk dat ik anders ben gaan denken. Ik laat gedachten over de dood toe en kan beter accepteren dat mensen van wie ik houd zullen sterven. Ik breng zen niet alleen tijdens het mediteren in praktijk en merk continu nieuwe dingen over mijzelf op. Verbazingwekkend hoe weinig ik eigenlijk over mijzelf weet! Daarnaast sta ik weer open voor nieuwe vriendschappen. De jongen van de parkeerplaats heb ik vorige week – met zo min mogelijk verwachtingen – opgezocht en dat was een fantastisch weerzien. Tot slot is mijn nieuwe zendoel: stoppen met roken. Door het weekend weet ik dat ik tot meer in staat ben dan ik denk, en dat mijn gedachten niet bepalen wie ik ben of wat ik kan. En mocht ik nog eens een regel breken, dan hoeft dat geen reden tot zelfveroordeling te zijn, als wel een kans om iets te leren.