Iemand en niemand
Anya Wiersma (Zen.nl Amersfoort)
interviewde
Hans van der Vleuten (Zen.nl Lochem)
Hans van der Vleuten, vestigingsmanager van zen.nl in Lochem, gebruikt in de doorlopende groep
Het Diamantsutra ter inspiratie. Ongeveer een jaar geleden tijdens een coachingsessie met Rients kwam de keerzijde ter sprake van Hans’ niet aflatende grote inzet en betrokkenheid bij alles wat hij doet. Te grote betrokkenheid levert hem namelijk ook stress op. Zijn aikidoleraar had destijds al eens opgemerkt dat Hans ‘de heilige afstand’ moet bewaren. Om hem te inspireren, gaf Rients Hans het advies om een tijdje de mantra 'Geef mee' te hanteren.
 
'Geef mee' in de zin van meebuigen, flexibel zijn, met de stroom mee bewegen, maar ook vanuit de rol als zenleraar een boodschap meegeven aan cursisten. In de mantra lag ook besloten dat Hans niet de perfecte zenleraar hoeft te zijn.
Een coachinggesprek later bespraken Rients en Hans welk boek de basis zou vormen voor de volgende cursus. Toen Hans hoorde dat dit het boek
Het Diamantsutra zou worden, voelde hij een enorme weerstand. Er stonden immers onbegrijpelijke teksten in dat boek, en bovendien was hij er van overtuigd dat een groot deel van zijn cursisten zou weglopen. Hij was nog maar twee jaar zenleraar en vreesde dat het niet goed zou komen.
 
Tegelijkertijd besefte Hans wel dat hij iets moest met
Het Diamantsutra . Het boek bracht hem niet voor niets zo van de wijs. Na een week bedenktijd liet hij Rients weten mee te gaan doen.
Een paar weken voordat de cursus over het Diamantsutra begon, betrapte Hans zich erop dat hij het boekje nog nauwelijks had ingekeken. Zo groot was zijn weerstand blijkbaar. Van Tom van der Heijden, zijn collega in Den Bosch, kreeg hij een andere tip voor de doorlopende groepen:
Verlichting voor luie mensen (auteur Paul Smit). Dat moderne boek sprak Hans veel meer aan. Hij besloot daarmee te beginnen; daarna kwam
Het Diamantsutra aan de beurt. Verlichting voor luie mensen was een succes in zijn lessen en ondertussen was Hans begonnen in
Het Diamantsutra .
 
Een van de kernpunten van beide boeken is: 'Ik ben iemand, ik ben niemand'. Uit zijn immer grote inzet en betrokkenheid bleek dat Hans zeker 'iemand’ kon en wilde zijn, maar de uitdaging voor hem lag in ook 'niemand’ kunnen zijn. Om te oefenen met dit thema koos Hans ervoor om geen lange inleidingen meer te houden. Doorgaans duurden zijn teisho's drie kwartier tot een uur. Geen lange inleidingen meer: hoe verhield dat zich met ‘iemand’ moeten zijn?
 
Hans is zijn niemand-zijn aangegaan door aan het begin van de les nog slechts vijf tot tien minuten te spreken over het te behandelen hoofdstuk van
Het Diamantsutra en het daarna samen te reciteren. Daarna mediteert de groep tien minuten en vervolgens vertellen de cursisten wat hen heeft geraakt, wat de belangrijkste inzichten en leerpunten zijn. En er ontstaan de meest prachtige inzichten. Het eerste voorbeeld dat bij Hans opkomt: een cursiste vertelde dat het haar opviel dat de Boeddha almaar rondtrekt. Dit fascineerde haar, want zelf voelde ze zich juist zo vast zitten in haar verplichtingen van haar vaste kringen, zoals haar gezin. Door het Diamantsutra zag ze dat rondtrekken, op reis gaan wél mogelijk is. Juist dankzij de verbondenheid en de veiligheid van de bestaande groepen, door zich daarin thuis te voelen kon ze op reis – vrijheid in verbondenheid.
Hans is door
Het Diamantsutra ook op reis met 'iemand én niemand kunnen zijn'. Van lange teisho's naar korte aanrakingen van vijf minuten. Hans doet graag sketches op bruiloften en partijen en spreekt in memoria uit op uitvaarten. Op een bepaald moment besefte hij dat hij nog nooit in een toneelstuk had gespeeld. Misschien wel omdat hij dan ‘niemand’ is. Maar is hij niet elke les ook een beetje acteur? De rol en de tekst van een acteur staan vast; de acteur is dus ‘niemand’. Maar tegelijkertijd is hij iemand, omdat híj degene is die de rol speelt, die anderen weer in beweging brengt: geef mee, speel mee.