Goed gevoel

Goed gevoel


Een reflectie op Goed Gevoel van Paul Loomans



Als vervolg op zijn inspirerende Ik heb de tijd wijdt Loomans zijn tweede boek aan emotie en gevoel. Met dit boek tracht de schrijver enerzijds inzicht te bieden in hoe mensen doorgaans met emotie omgaan en anderzijds de potentieel helende werking van onze emoties aan te tonen.

Enzo Nieuwendijk

Goed gevoel begint met een voor Loomans cruciale doorbraak in zijn onderzoek naar de werking van emoties. In de auto, op weg naar zijn schoonmoeder in Lochem, ondervindt hij een beslissend moment. De muziek die in de auto klinkt, voert hem terug naar een oude herinnering, en vervolgens ziet hij de bubbel voor zijn ogen uiteen spatten. Hoe kwam die emotie en de verwerking daarvan tot stand en welk proces ging daaraan vooraf?
         Loomans beantwoordt deze vragen met kleurrijke en persoonlijke verhalen. De inleiding is dan ook tekenend voor de rest van het boek. Stapsgewijs neemt hij de lezer mee in zijn eigen ervaringen en observaties. Zo begint hij bij de achtergrond van emoties om vervolgens de emoties zelf – zowel de aangename als de onaangename – een voor een te onderzoeken.

Bubbel is geen oude schoen
Wanneer iemand een boek openslaat, zal dat altijd gepaard gaan met een zekere gemoedstoestand. Zeker een boek dat tracht de menselijke emoties en hun grondslagen bloot te leggen zal bij iedereen anders aankomen. Zo sloeg ik dit boek open met een enigszins verzwaard hart. Mijn verdriet, door Loomans geclassificeerd als een primaire (onaangename) emotie, vond zijn grondslag in de recent verbroken relatie. Het waren dan ook de hoofdstukken over verdriet en liefde die mij bijzonder aanspraken. Met levendige en persoonlijke voorbeelden schept Loomans een herkenbaar en sprekend beeld. De tekst ademt inlevingsvermogen. Maar daarnaast biedt Loomans ook houvast en richting door praktische oefeningen te geven.
         Zo illustreert hij dat een onaangename emotie geen afgedragen schoen is die je zomaar van je voet schopt. Integendeel, het geforceerd uitschoppen zal alleen maar leiden tot frustratie, rancune en andere secundaire emoties. Deze emoties worden immers gevormd door onze gedachten, ook als we die graag als heilzaam zien. We mokken, voeren ingebeelde discussies, spelen vioolmuziek voor onszelf en verdrinken in onze wat-als-gedachten. Zo had ook ik geprobeerd mijn stukgelopen relatie tot in het kleinste detail te analyseren, over mijn verleden nagedacht en mezelf onderworpen aan een onverbiddelijk streng zelfonderzoek. Dat werd gedomineerd door analyse en redeneringen met als gevolg verbittering. Wat dan wel te doen met die onaangename emotie? Loomans lijkt de nadruk te willen leggen op het voelen van onze emoties, niet het voeden. Zowel onze aangename als onaangename emoties werken als golven op een oceaan. Wanneer wij in staat zijn onze emoties te verwerken, en de golven kalmeren, dan vinden wij daaronder een zee van rust en vertrouwen. ‘Bij ons mensen is het een uitdaging om deze zee te kunnen voelen en er telkens naar terug te keren. Vaak verkeren wij in onze gedachten. We hebben onze obsessies en leveren commentaar op alles wat gebeurt, we scheppen angstscenario’s en bouwen luchtkastelen. We beleven ons leven als het ware vanuit de tweede hand.’
         Uiteindelijk leerde het boek mij dat ik mijn verdriet moet durven voelen zonder dat ik daar schuld en oorzaak aan vastknoop. Het moment van mijn verdriet is immers zelf ook de oorzaak daarvan. Het voelen van de emotie doet inzien dat deze in beginsel zonder oordeel is, in tegenstelling tot gedachten die op de emotie volgen. Is er ook een kritische noot te plaatsen bij dit boek? De kwaliteit van iets is altijd afhankelijk van degene die het aanschouwt. Zo zouden mensen kunnen zeggen dat Loomans hier en daar wat kort door de bocht gaat. Waar hij voor de aangename en onaangename (primaire) emoties meerdere pagina’s uittrekt, moeten onderwerpen als depressie en oud zeer het doen met enkele alinea’s. Ook de oorzaken die volgens Loomans ten grondslag liggen aan onze emoties en gevoelens lijken soms wat haastig te worden aangenomen en leiden maar al te vaak terug naar de jeugd. Over deze drempel is echter gemakkelijk heen te stappen door de tekst niet met een puur analytisch of wetenschappelijk uitgangspunt te benaderen. Het is beter de ondertoon in het boek te proberen te doorgronden.
         Zo kunnen we de causale verbanden die worden gelegd tussen ervaringen in de jeugd en de latere emotie zien als instrumenten om de desbetreffende emotie op de lezer over te brengen. Loomans nuanceert zelf ook: ‘Graag zouden we de wereld willen begrijpen in duidelijke opdeelbare begrippen met een heldere scheidingslijn ertussen. In de praktijk echter blijken de vormen elkaar te beïnvloeden en in elkaar over te vloeien.’ Het is dus aan ons om emoties niet enkel en alleen als schakels in een reeks van oorzakelijke verbanden te plaatsen. We moeten de emotie voelen, dus niet voeden. Op die manier kan de emotie ook een helende werking hebben op het verwekingsproces. ‘Het tot rust weten te brengen van onze emotionele reacties, is de sleutel om toegang te krijgen tot de kalme innerlijke zee, die onze basis is.’ Die zee ontdekte Loomans op weg naar Lochem.