De ziel van wezens en dingen
Jan de Ruiter Zen.nl Groningen
We zijn geneigd een rigoureus onderscheid te maken niet alleen tussen mens en dier, maar ook tussen levend met persoonlijkheid, en niet levend. Bij een non-dualistische kijk is dat onderscheid minder kras. Spinoza bijvoorbeeld spreekt van ‘conatus’, een kennelijke neiging en misschien zelfs behoefte om te blijven bestaan, zowel bij levende wezens als niet-levende dingen: anders was het er niet. Het voortbestaansprincipe is een variant op Darwins ‘overlevingsucces’, maar dan zonder een rol voor het DNA.
Je kunt niet-levende dingen een eigenheid of karakter toekennen. Soms praten we tegen gebruiksvoorwerpen zoals onze computer of auto, vooral als die wat ouder zijn en klaarblijkelijk aanmoediging nodig hebben. Kinderen zijn zich meer bewust van een persoonlijke relatie met objecten, een teddybeer of een locomotiefje met grote ogen. In de Japanse cultuur is het onderscheid levend-levenloos ook minder categorisch, door het Japanse eenheidsdenken. Een voorbeeld hiervan is de aan de eind vorige eeuw populaire Tamagotchi, een elektronisch gezelschapsdiertje dat regelmatig aandacht nodig heeft en leeft in je broekzak, rugzak of handtas. Een ander voorbeeld van bezieling van objecten is het gedicht ‘Rock’ van de zendichteres Jane Hirsfield, dat lijnrecht staat tegenover de objectivering van een levend wezen als de plofkip.
In Japan houden ze aan het eind van het jaar Hari Kuyo: naaldengedenkdag. Vanwege de eigenheid van dingen die hun dienst hebben bewezen zoals oude naalden, sushi-messen, borstels, kammen, maar ook poppen, kunnen deze niet zomaar afgedankt worden zonder enige vorm van ceremonie. Er wordt een dienst voor deze voorwerpen gehouden door een priester in de tempel, een begrafenisplechtigheid. Net als bij ons zijn er in Japan Ethische Commissies die toezichthouden op het gebruik van proefdieren. Maar naast een intellectuele analyse en beoordeling door deze commissies, houden universiteiten ieder jaar op Hari Kuyo een herdenkingsdienst waarin alle gebruikte soorten proefdieren en hun aantallen specifiek worden genoemd. Op het Primaten OnderzoeksInstituut van Japan dragen jonge chimpansees bananen naar de gedenksteen van hun overleden voorouders. Dit symboliseert dat mensen en apen tezamen de dieren herdenken die het afgelopen jaar hun leven hebben verloren ten bate van de wetenschap.
In de context van non-dualisme en bezieling van objecten gaf Zen.nl Groningen aan zijn cursisten opdracht ‘wiebeloogjes’ op verschillende objecten te plakken om hun persoonlijkheid zichtbaar te maken. Zenkunstenares Zjkln beoordeelde de inzendingen op hun zengehalte, zoals Wabi-Sabi, een Japans kunstcriterium. Wabi is het karakter van iets, dat ontstaan is door een onregelmatigheid in het wordingsproces. Wabi, letterlijk betekent dit woord ‘verontschuldiging’, refereert aan het mislukt zijn van die creatie, maar dat wordt in de kunst nu juist als positief ervaren. Sabi betekent ‘roest’, en verwijst naar onregelmatigheid veroorzaakt door de tand des tijds. Wij waarderen deze Sabi in het Westen soms ook, bijvoorbeeld de verweringslaag op oude objecten. Soms wordt het zelfs geïmiteerd, denk bijvoorbeeld aan
stone-washed spijkerbroeken.
Enkele van de resultaten van de opdracht aan de Groninger cursisten zijn hier afgebeeld, inclusief commentaar uit het juryrapport.
Bosdraak (Bart Renkema)
Wabi: groei van de boom, Sabi: uitwaaien in de storm en verweerd. Extra: ruimtelijk, niet alleen een gezicht, maar een heel lijf wordt zichtbaar.
De Schreeuw (Dion Georgiades)
Sabi: de opgeheven handjes door slijtage door hijskabel.
Aardappel (Gerald Vredevoogd)
Wabi: zo gegroeid, Sabi: in een aardappelmandje, z'n lot afwachtend.