Zentuin opent ogen

Arno, Zen.nl Groningen. Op 7 april 2017 begon ik mijn eerste sesshin-weekend. Ik had eerder wel een aantal week-sesshins gedaan, maar achteraf bleek dat je tijdens een weekend net zo diep kunt gaan in het bewustworden van je bubbels als tijdens een week mediteren.

Op de zaterdag, de dag met de meeste zazen, deden we in plaats van een gezamenlijke kinhin een intuïtieve oefening. In de tuin van de Maanhoeve, die speciaal ingericht was voor dit soort evenementen, konden we een van de attracties benaderen om meer inzicht te verwerven in onszelf. Er was bijvoorbeeld een labyrinth, iets dat ook wel symbool staat voor een pad dat naar binnen toe leidt. De vele ‘keerpunten’ kunnen je, als je het pad bewust en met open gemoed loopt, meer inzicht geven in de wendingen van je eigen leven. Op een heuvel stond een boeddha, waarnaast je plaats kon nemen en overzicht had over de grote tuin. Zo kon je letterlijk alles van een afstandje waarnemen, zoals we dat ook doen tijdens zazen.


Arno in de zentuin van de Maanhoeve

Maar ik koos geen van deze oefeningen. Ik koos de ’zenharktuin’, in de vorm van een yin-yang symbool, met aan de ene kant scherp en puntig zwart grind en aan de andere kant rond en wit grind. Ik dacht aan Huineng en hoe hij maanden en maanden bescheiden had gewerkt op de dorsvloer van de tempel voordat hij zijn bekende gedicht op de muur liet schrijven. Maanden die Michel Dijkstra in zijn boek Zenboeddhisme omschrijft als een spirituele zwangerschap. Ik vond dat ik ook aan de slag moest gaan op de 'dorsvloer' van deze ‘zenharktuin’ en begon met de hark cirkels te trekken door het grind. Het grind was stroef en liet zich niet makkelijk bewerken en ook de hark liet wel wat te wensen over. Ik moest diep door de knieën om de juiste diepte van de grindlijnen te krijgen. Wat een ontspannen wandeling door de tuin van de Maanhoeve had kunnen worden werd een soort ploeteren op dat stroeve grind. Halverwege stond ik zo even naar mijn deels volbrachte werkje te kijken en vroeg me af wat ik nu eigenlijk aan het doen was. Waarom deed ik dit? Ik zou er immers niet van kunnen genieten. Want als ik het af had zouden we weer terug gaan naar de zendo, ons toewijden aan zazen. Ik zou het nooit meer zien. En mensen zouden vast en zeker over het grind gaan lopen en mijn moeizaam verworven cirkels in het grind zouden vervagen.




Zentuin in Nijmegen

Plots schoot mij te binnen dat het niet om het resultaat ging, maar om het werk zelf. Specifieker nog, het ging erom met welke intentie ik het werk deed. Liep ik te kreunen en te steunen? Of kon ik tussendoor genieten van het met aandacht uitvoeren van deze taak?

En het volgende kwartje viel. De laatste tijd had ik wat dieper moeten kijken naar hoe ik soms dingen tegen mensen zei. De inhoud van mijn boodschappen stond niet zo ter discussie. Maar ik had wel eens teruggekregen dat vooral mijn stellige houding weinig ruimte voor discussie leek toe te laten. Als ik er namelijk vrij zeker van was dat ik gelijk had, kon ik mij nogal krachtig uitlaten. En waarschijnlijk had ik het zelf niet zo leuk gevonden om een boodschap op die manier te ontvangen. Ik moest mezelf, daar en dan, in dat grindtuintje even heel diep in de ogen kijken. En erkennen waar ik mij de weken daarvoor tegen had verzet. Ja, ik kon soms ronduit dominant en stellig uit de hoek komen. En het voelde kwetsbaar om te moeten toegeven dat anderen, die mij hierover feedback hadden gegeven, gelijk hadden gehad.

Ik hervatte mijn werk in de grindtuin met een glimlachje van binnen. Een nieuwe taak was geboren, een nieuw deel van mijn psyche kon worden opgeschoond, omgebouwd tot een mooi zentuintje. Ondanks dat ik gelijk had in zaken, kon ik mijn mening niet zo hard brengen. Zelfs niet als mijn boodschap hun ene oor in ging en hun andere oor direct weer uit. Ik nam mij voor meer rekening te houden met die ander. Het contact met de ander was immers niet ondergeschikt aan het bereiken van het doel dat ik voor ogen had.


Zentuin bij sesshin locatie in Lochem