![](../nieuws/images/za1_korea1.png)
Ga mee met Misha
Misha Beliën, Zen.nl Nijmegen. Met zin in het onbekende pak ik ’s ochtends voor vertrek mijn rugzak. Even daarna zit ik in de vliegtuigstoel waar ik nog 11 uur zal zitten op weg naar het zenklooster in Zuid-Korea. Het vliegtuig wacht nog op een teken om op te stijgen. Ik heb een onbestemd gevoel. Flarden van verlangens en onaangeroerde plannen stellen vragen. Steken vragend de kop op. Wat wil ik? Wat is mijn doel? Waarom ga ik 4 weken op retraite? Waarom kom ik daarna terug? En ondertussen kijk ik naar de details om me heen. Het draaiklipje dat het klaptafeltje klemt tegen de rugleuning van de stoel voor me. De geplastificeerde veiligheidsinstructies. Kalm en rustig. Mijn eerste nacht in Korea breng ik door in een motel in een miljoenenstad die niemand kent. Ik sta te kijken naar de fel verlichte neonstraten. Ik voel mijn ongeloof ten opzichte van filmbeelden uit Aziatische steden verdwijnen. Het ziet er hier daadwerkelijk zo uit als in een film. Overal knipperen complex geschakeerde reclameborden. De ochtend daarna kom ik per taxi aan bij het klooster waar ik mee zal doen aan de zomerretraite. De tempel Groene heuvels met loof- en naaldbomen. Een bergbeekje dat uitmondt in een groot waterreservoir. Tegen de helling op staan de tempelgebouwen. Rood en veelkleurig, met draken en voorstellingen van zen verhalen. Ik word heel vriendelijk ontvangen door de hoofdmonnik. Juist als ik het tempelkantoortje binnenstap hoor ik hem zeggen dat hij nog een ‘Dutch guy’ verwacht. ‘Here he is!’, geef ik hem als het ware ten antwoord terwijl we elkaar lachend de hand schudden. De Tsjechische hoofdmonnik wijst me de weg in het tempelcomplex. Het onbestemde gevoel van de vorige dag is al verdwenen. Nu moet ik focussen op de uitleg van de ietwat complexe maaltijdrituelen. Samen met drie Koreaanse vrouwen krijgen we uitleg voor nieuwkomers van de hoofdmonnik. Kort daarna de eerste meditatie van deze sesshinmaand in de grote zendo met geel linoleum op de vloer. Bestemming bereikt. Na een dag en nacht duizenden kilometers te hebben gereisd met de trein, vliegtuig, bus en taxi zit ik ineens stil. In mijn hoofd beweegt alles nog door. Voor ik het weet is de laatste meditatieperiode van de dag al voorbij. Samen met mijn Zweedse kamergenoot keer ik terug naar de herenslaapzaal. Ik val snel in slaap maar word die nacht nog verschillende keren wakker. De tempelhond ligt onder ons raam. Overdag is het een lief dier. Pikzwart is ze en ’s nachts maakt ze een hels kabaal. Ze noemen haar Mara. Buigen in de nacht Om drie uur in de ochtend klinken twee zingende stemmen en harde tikken op een stuk hout. De stemmen cirkelen om ons gebouw heen en ze sluiten het gezang af met een snel ritmisch tikken. Later kom ik erachter dat een Russische novice non en monnik deze wekdienst verzorgen. Voor mij blijkt het een behoorlijke oefening te zijn om hiermee wakker te worden. De Russische novice non zingt zuiver, maar de monnik zingt daar krassende en onsamenhangende tonen doorheen. Om drie uur ’s nachts geeft dit me een alles behalve uitnodigend signaal om op te staan. Samen met Mara de hond maakt deze wekdienst het slapen de eerste week tot een behoorlijke uitdaging. Toch lukt het iedere dag om op tijd in de zendo te zijn voor de 108 buigingen. We proberen in zo gelijk mogelijk tempo de 108 buigingen te voltooien. Het zweet druipt van mijn voorhoofd en over mijn rug. Het is diep in de nacht maar nog steeds is de lucht vochtig en warm. Dan een kwartier adempauze, water drinken en door naar de Boeddha zaal bovenaan het tempelcomplex om drie kwartier sutra’s te zingen. Dan weer tien minuten adempauze en mediteren, ritueel eten, werken in de moestuin, thee, mediteren, lunchen, lezen, mediteren, eten, zingen, mediteren en slapen totdat Mara begint te blaffen en de Russen beginnen te zingen. Zo sluit ieder dagdeel naadloos op het volgende aan. Voor ik het weet is de eerste week voorbij. En dan komt de verrassing. De dynamiek van een weeksesshin kende ik vrij goed van de Zen.nl sesshins. Maar een maand mediteren was echt onbekend terrein, laat staan in deze onbekende omgeving. Dat zag ik nu pas, op de zaterdag, wanneer ik anders afscheid zou nemen van de andere sesshingangers. Nu kwam daar echter het volle besef naar voren dat dit nog drie keer zo lang ging duren. Uur na uur, dag na dag en week na week. De trein in het dal Enkele dagen lang komt dit besef tijdens de gemediteerde uren steeds weer op. Dan hoor ik nog duidelijker hoe in het dal met regelmaat een trein voorbijgaat. Vaak gaan mijn gedachten mee. Ik maak voorstellingen over hoe het zou zijn om daarin mee te rijden. Rustig kijkend uit het raam zonder de voortdurende druk van een ruim achttien uur durend dagschema. Mijn fantasie over de trein wordt haast onverdraaglijk als de daaropvolgende gedachte me bewust maakt dat ik halverwege het dagschema onbeweeglijk in meditatiehouding zit. Deze gedachten herhalen zich vele malen gedurende verschillende mediatieperioden. Volkomen onnuttig, maar zo gaat het. Totdat mijn frustratie een plotselinge bloei doormaakt. Ineens besef ik dat ik alleen rustig in de trein zal kunnen zitten wanneer ik mijn retraite naar voldoening voltooi. Wanneer ik nu met volle aandacht hier zit. Het vertrek is van geen betekenis, zal geen bevrijding zijn wanneer het me nu niet lukt om hier te zijn. Weggaan kan alleen als ik kan blijven en plotseling verdwijnen mijn fantasieën over de trein. Mijn benarde meditatiehouding blijkt ineens geen hindernis voor mijn vertrek maar juist een onderdeel daarvan. Begrenzing en bevrijding zijn eventjes een en vaak word ik hieraan herinnerd als de trein in het dal voorbijkomt.![](../nieuws/images/za1_korea2.png)
![](../nieuws/images/za1_korea3.png)