Zie ook het archief.
Is Bill Gates altruïst, of juist niet?
Rients Ritskes, Zen.nl Nederland. Dit is het vierde artikel in de reeks naar aanleiding van de zomersesshin over Altruïsme. Zoals uit de voorgaande artikelen duidelijk is geworden, is een discussie over wat nou wel of niet altruïstisch is, nog niet zo gemakkelijk. Bijna elk voorbeeld van altruïsme kan worden weerlegd. Zo zou Bill Gates voor sommigen niet altruïstisch hebben gehandeld toen hij 90% van zijn vermogen weg schonk, omdat hij met de overgebleven 10% nog steeds tot de allerrijksten der aarde behoorde. Maar ook als de buurman de stoep veegt van de bejaarde buurvrouw, is dat voor velen geen altruïsme, want hij verwacht er in hun ogen natuurlijk wel iets voor terug, al is het maar een bedankje. Zo zou Bill Gates zijn filantropische werk ook alleen maar doen om zijn imago op te poetsen. Overigens komt Matthieu Ricard in zijn boek Altruïsme ook niet helemaal goed uit deze kwestie. In de tweede helft roemt hij het geweldige filantropische werk van Bill Gates en zijn echtgenote, maar vooral in het eerste deel van het boek krijgen de multinationals, die vooral winstmachines zouden zijn, er enorm van langs van Ricard. Een objectieve norm voor altruïstisch handelen is er niet. Uiteindelijk kan alleen degene die een daad verricht zelf beoordelen of de daad primair bedoeld was ten voordele van de ander of niet. Daarmee is de handelende persoon de enige die kan bepalen of de intentie van de daad altruïstisch is of niet. Overigens heeft ook de ontvanger van een goede daad de mogelijkheid datgene wat voor hem gedaan is wel of niet op te vatten als altruïsme. Maar voor een derde valt hier eigenlijk niets over te zeggen. Laten we dit als uitgangspunt nemen. We willen onszelf vrijpleiten Ondanks de conclusie dat of iets altruïstisch is of niet, enkel een subjectief oordeel kan zijn van de betrokkenen, blijft het een interessante vraag waarom veel mensen denken dat altruïsme een objectief gegeven is met een torenhoge norm. Vaak maken we voor anderen uit wat wel en niet altruïstisch is en daarbij worden vaak zeer strenge voorwaarden gehanteerd. Bijna in alle groepen waar ik het onderwerp ter sprake breng zijn er wel een of twee personen die deze positie innemen en ook Ricard besteedt in zijn boek vele pagina’s aan de strenge voorwaarden die sommigen stellen. Ik vraag me af waarom die voorwaarden zo streng moeten zijn? Voorwaarden, waar eigenlijk alleen helden en heiligen aan kunnen voldoen. Hierdoor wordt het doen van een altruïstische daad haast onmogelijk. Waarom zouden we zelf niet gelukkig mogen worden van een altruïstische daad? Het fanatisme waarmee deze strenge eisen worden verdedigd, doet haast vermoeden dat er een eigenbelang achter zit. Ricard geeft geen antwoord op de vraag waarom zoveel mensen altruïstische daden van anderen afschrijven tot de categorie ‘ook allemaal egoïstisch.’ Of is het bedoeld om onszelf op deze wijze vrij te pleiten zodat we zelf niet altruïstisch hoeven te handelen? Als je de eisen zo hoog opschroeft dat toch niemand eraan kan voldoen, dan hoeft immers ook niemand zijn best te doen om er aan te voldoen. En zo hoeft men dus niets voor een ander te doen. Of misschien is het omdat ze zelf - echt of in hun beleving - niet genoeg hebben om vrijgevig te kunnen zijn of om een andere reden zich niet dienstig kunnen maken voor anderen? Altruïsme op individueel niveau Het antwoord op de vraag of iets wel of niet altruïstisch is hangt dus af van de definitie en de beleving van de betrokkenen. In de meeste woordenboeken staat bij het woord altruïsme onbaatzuchtigheid als betekenis, dat wil zeggen: zonder hang naar eigen voordeel. Dat wil dus niet zeggen dat het betekent dat het geen goed gevoel op mag leveren. Bovendien blijft onbaatzuchtigheid een feit, ook wanneer er later toch een voordeel uit voort blijkt te komen. De held die iemands leven redde met risico voor eigen leven deed dat in beginsel niet om geridderd te worden en daarom blijft die daad altruïstisch, ook al wordt betrokke daarna wel geridderd. Het criterium dat ten grondslag ligt aan het oordeel of een daad altruïstisch is of niet, is de ware intentie waarmee het gedaan wordt. Zoals gezegd, alleen degene die een handeling verricht kan beoordelen of het daadwerkelijk altruïsme is of niet. Voor menigeen zal het nog best moeilijk zijn om de eigen intentie volledig te doorgronden, laat staan dat we de ware intentie van een ander kunnen beoordelen. Iets doen met een altruïstische intentie is onder normale omstandigheden een bewuste keuze, een keuze die ons en de wereld verandert, maar ook een keuze die durf, oefening en inzicht vergt. Voorbeelden van altruïsme in organisaties Altruïsme objectiveren is voor organisaties makkelijker dan voor individuen. Voor een organisatie is de uitkomst van het altruïstisch streven wel meetbaar. Hierover schreef ik al in de ZenActueel van 12 augustus. Organisaties kunnen makkelijk rekenschap geven van hun bijdrage aan het welzijn van mens en milieu. Wat het milieu betreft, zijn er mondiaal al veel stappen gezet door een aantal toonaangevende bedrijven. Bijvoorbeeld het mondiale bedrijf Ricoh dat hierin een van de meest vooruitstrevende lijkt te zijn. Onder de grootste ondernemingen ter wereld is veel respect voor de allesomvattende aanpak van milieuvraagstukken en de lange termijnvisie tot 2050 van deze enorme leverancier van kantoorartikelen. Deze visie behelst het streven om de invloed op het milieu van Ricoh voor 2050 terug te brengen naar een achtste in vergelijking met 2000. Dit is het niveau waarop de aarde zelf de milieubelasting zou kunnen herstellen. ‘Zero Waste’ is één van de manieren waarop dit streven wordt vertaald naar de praktijk. Ricoh legt jaarlijks vrijwillig verantwoording af van hoe ver ze zijn met hun milieudoelstellingen. Ze doen dat vrijwillig omdat bedrijven nu nog alleen verplicht zijn inzage te geven in hun financiële resultaten. In de Altruïstische Economie geven bedrijven in de eerste plaats rekenschap van hun feitelijke en meetbare bijdrage aan het milieu en het welzijn van alle mensen die direct of indirect betrokken zijn bij hun onderneming. Het geluk van alle betrokkenen (ook wel stakeholders genoemd) is op relatief eenvoudige en wetenschappelijk verantwoorde wijze te meten. Zie over de meetbaarheid van geluk ook de Zen.nl Nieuwsbrief van december 2011. De enige vraag die nog blijft is; hoe kunnen we als mensheid een draai maken? Een draai waarbij het welzijn van mens en milieu belangrijker worden geacht dan de banksaldi van aandeelhouders en multinationals. Vooral de laatsten hebben in de snel globaliserende wereld een alle-grenzen-overschrijdende-macht. De Altruïstische Economie is een alternatief, maar wie gaat daarvoor? Wij? Onze politici? Of wachten we op de reuzen van deze tijd, de multinationals zelf? Deze upgrade van ons kapitalistische systeem is hard nodig. Voorwaarde is dat we ophouden te denken dat altruïsme alleen iets voor helden of heiligen is. Het gaat om onze eigen houding. Durven we ons af te vragen wat we werkelijk belangrijk vinden in ons eigen leven en durven we voor altruïsme te kiezen? Die vraag geldt voor privépersonen, professionals, managers, bestuurders en aandeelhouders. Als we inzien dat we zelf ook het gelukkigst worden van deze insteek heeft iedereen er baat bij. Dit is het vierde deel uit een serie artikelen naar aanleiding van de teisho's (inleidingen) die Rients tijdens de afgelopen zomersesshin gegeven heeft.
Last-minute optieZen Filosofie Week
Like ons op facebook